woensdag 22 juni 2011

Pleiku - Dalat - Mui Ne - Nha Trang - Hoi An en Hue Vietnam

Vietnam dus....

Maar vooraleer ik over Vietnam begin, nog even over mijn laatste dag in Cambodia. Een lokale Cambodiaan had me uitgenodigd voor een partijtje voetbal in het lokale stadion. Dat kon ik natuurlijk moeilijk weigeren. In het lokale stadion, waar zo'n honderd toeschouwers aanwezig waren, speelde ik tegen de lokale voetbalploeg. Zowel supporters als spelers waren uiterst benieuwd wat die blanke uit zijn schoenen kon toveren. Mijn (wandel)schoeisel was niet ideaal, maar dat geeft niet. Bij mijn eerste balcontact schoof mijn steunbeen onderuit, en ging ik tegen de grond, tot hilariteit van alle spelers en supporters. Het tweede balcontact, weer van dat... Ik ben dan maar op een andere positie gaan spelen, ergens waar het gras (of beter gezegd onkruid) er minder vochtig bijlag. Het was een plezant matchke. Ik heb 2 keer kunnen scoren. En er liepen een paar redelijk technische spelertjes tussen. Enkel jammer dat ze niet echt samenspelen. Eigenlijk spelen ze zoals de modale Cambodiaan in het dagelijkse leven; opportunistisch, lui, afwachtend en speels.

Maar nu echt Vietnam dus...

intro:
Ik sta op straat met een eigenaar van een Vietnamees guesthouse te praten, aan de overkant van de straat staat een groepje Zweedse meisjes mooi te wezen. We staan net langs de gracht en er loopt voor onze neus een rat voorbij. In een snelle beweging gaat de Vietnamees op de staart van het diertje staan, en neemt het vervolgens bij de staart vast. De Zweedse dames kijken ontzet in onze richting. Plotseling gooit de man de rat in de lucht en geeft er een lel tegen, zoals enkel een echte doelman dit kan. De rat zweeft door de lucht. De meisjes kijken nu met opengesperde mond onze richting uit. En meneer de Vietnamees roept de meiden toe; 'Welcome to Vietnam!'

Na een bustocht van enkele uren kwam ik in Pleiku terecht. Een middelgrote provinciestad, waar helemaal geen toeristen komen. Al snel kreeg ik door dat er haast niemand Engels spreekt of verstaat. Uiteindelijk toch een guesthouse gevonden en daarna op zoek gegaan naar een restaurant. Ik kwam terecht in een lokale eettent. Ik stond daar het lokale menu te bestuderen, en probeerde met mijn beste Vietnamees er samen met de kok iets uit op te maken, toen ik door lokale mannen uitgenodigd werd om me aan hun tafel te vervoegen. Ik moest niets betalen en ze lieten mij enkele lokale specialiteiten proeven. En vodka lusten ze ook graag. Heel fijne ervaring.
In de namiddag moest ik uitzoeken hoe ik in Dalat terecht ging komen, want in Pleiku is niet echt veel te beleven. Dalat is een bergstad, enkele honderden kilometers naar het Zuiden. In mijn guesthouse verstonden ze me niet of konden ze me niet helpen. Dan maar te voet richting busstation, zo'n 5 km verder op. Ondertussen had ik al enkele woordjes Vietnamees vanbuiten geleerd (busstation, bus, enzo) en toen ik ergens aan een theehuis de weg vroeg, bood een klant mij spontaan een rit aan richting busstation. Daar regelde hij mijn busticket en bracht me - na een theetje aan het theehuis - ook weer terug richting guesthouse. Zo leuk; niet-toeristische plaatsen, daar wordt je ten minste nog goed ontvangen....

Mij Vietnameese eetkameraden in Pleiku

Reisroute, ondertussen zit ik al boven Hue in Vietnam
De volgende dag met de bus richting Dalat. Het toffe aan Dalat is het klimaat. Het is hier minder heet, omdat je je hier op ongeveer 1500 meter hoogte bevindt. Het landschap is bergachtig, en het doet me een beetje aan de Alpen denken. Je hebt hier ook heel wat landbouw, die door het klimaat enkel in deze streek kan verbouwd worden (koffie, artisjok, aardbeien....). Op de bus naar Dalat zaten enkel Vietnamezen. Slechts eentje kon er Engels. Hij was politieagent. Hij bood me spontaan aan om me met de brommer naar een goed guesthouse in Dalat te brengen. Dat kon ik niet weigeren. Verder hoorde ik (voor de zoveelste keer ;-) ; "you, very hansome", en ze vroegen mij of ik geen Vietnamese vrouw moest hebben. Ik bedankte met een vriendelijk lachje en ik antwoordde; "me not very hansome, just little bit different". De busrit was niet zo confortabel. De Vietnamees is van nature uit al een klein fragiel manneke, dus veel beenruimte hoefde ik hier op een lokale bus niet te verwachten. Bovendien kwam de dikste Vietnamese vrouw die ik tot dan gezien had naast me zitten. Gelukkig had ik mooi uitzicht door het raam. Mevrouw had dan ook nog eens serieus last van reisziekte, en zat dan ook constant in haar plastiek zakske te braken. Het rook naar de noedels (maar dan een beetje zuriger) die we die middag bij de busstop gegeten hadden. De zakjes passeerden onder mijn neus richting raam, die ze daardoor naar buiten kieperden. Gelukkig kwam er net achter mij plaats vrij, zodat mevrouw achter mij kon gaan plaatsvatten, een ander (tenger) vrouwtje kwam langs me zitten, maar al snel geraakte ze zo gegegouteerd van de kotsgeluiden, dat ze het gangpad - 5 meter voor me- prefereerde. Nu had ik terug beenruimte, de geluiden achter mij nam ik er maar bij.

In Dalat heb ik de lokale touristische atracties bezocht. Eerst was er 'crazy house', een guesthouse dat er een beetje uitziet als een attractie van de efteling. Iedere kamer heeft een verwijzing naar een dier. Zo is er de giraffenkamer, de berenkamer,... En alles heel leuk ingericht zoals in een sprookje. Bovendien zijn er heel veel geheime gangen en brugjes, met als gevolg; ik voelde me weer even 10 jaar oud. Voor de geinteresseerden; de architect is Dang Viet Nga, een van de gerenomeerde architecten uit Vietnam.  ( http://en.wikipedia.org/wiki/Hang_Nga_guesthouse )  
Een andere dag heb ik een motor gehuurd en ben ik wat gaan rondrijden. Ik kwam aan een berg terecht, die in mijn reisgids vermeld stond. Dus daar maar gestopt en naar boven gewandeld. Had ik me hier toch even vies mispakt. Het was zwaarder dan gedacht. Tijdens mijn wandeling ben ik 2 Zwitsers, die met de brommer door Vietnam aan het trekken waren, en een Fransman tegengekomen. Met de Fransman ben ik nog een waterval gaan bezoeken, en 's avonds een paar pinten gaan pakken.

Het centrum van Dalat

Uitzicht vanaf de top van de berg

'crazy House' in Dalat
Na Dalat ben ik naar de kust getrokken, naar Mui Ne meerbepaald. Dit was duidelijk een toeristische trekpleister. Veel toeristen die er komen surfen, kitesurfen of op het stand komen vegeteren. Ik ben er naar de beroemde duinen gaan kijken. Het is precies een klein stukje Sahara. Natuurlijk denkt de lokale Vietnamees dat daar geld uit te kloppen valt. De toerist wordt haast opgedrongen om een plastieke plaat van de lokale verkoopsters te kopen om dan vervolgens al 'zandsleeend' van de duinen af te dalen. Probleem was; mijn plaat schoof van geen meter. Het lokale verkoopstertje heeft me haast van de top van de duin tot beneden geduwd. Nadien ben ik in de lokale haven wat  naar de bootjes gaan kijken. Verder was het eten in Mui Ne (seafood en vis) goed te pruimen. Tot zover Mui Ne.

mijn zand-slee verkoopster
 
duinen aan Mui Ne




een zeekoe
Nadien was het de bedoeling om naar Hoi An door te reizen, met nog een tussenstop in Quy Nhon. Het vervelende is; eens je op het toeristische spoor terecht bent gekomen, is het moeilijk om er vanaf te geraken. Ik kon geen bus vinden tot Auy Nhon, ofwel moest ik heel veel betalen. Dan maar via een tussenstop in Nha Trang richting Hoi An. Over Nha Trang ga ik niet te veel woorden aan vuil maken. Een erg toeristische plaats, veel getoeter en uitgelaten Australische wulpse vrouwen. Kortom; een plaats om snel te verlaten.
De volgende dag kwam ik in Hoi An aan. Hier had ik met Marion, de Duitse meid van In Cambodia afgesproken. Zij heeft ondertussen 10 dagen in Zuid-Laos gezeten, terwijl ik al richting Vietnam was getrokken. We gaan nu voor een wat langere periode rondreizen.
Hoi An is bekend omwille van zijn oud stadsgedeelte, dat volledig intact is gebleven tijdens de Vietnam-oorlog. Het is een hele romantische plaats. 1 dag zijn we naar de marmer-grotten gereden, een grote rots, met pagodes en grotten met boedha's erin en zo. Verder een beetje strand, eten en luieren. Deze keer hadden we een mooie hotel met zwembad, zodat we het eens wat kalmer aan konden doen. Na Hoi An was Hue aan de beurt. Eigenlijk zowat hetzelfde als Hoi An, alleen wat groter. Geschiedkundig is Hue een belangrijke stad, we hebber er dan ook heel wat dingen bezocht. Maar ik begin dat 'site-seeing' een beetje beu te geraken.
omgeving Hoi An

vissen in Mui Ne
Hier ga ik het voorlopig bij laten. De reis zet zich voort in Noordwaartse richting, richting Dong Ha en Dong Hoi, ook komt de Demilitarised Zone (grens Noord- en Zuid Vietnam) aan bod. Daarna richting Hanoi, de milioenenstad en vervolgens waarschijnlijk opnieuw naar Laos....
Verder wil ik een aantal vrienden een fijn Afro-lanino festival toewensen.

groeten
Steven

dinsdag 7 juni 2011

Phnom Penh, Kratie, Banlung - Cambodia

Hoi Hoi,

Na het lui-lekker-leven op rabbit-eiland en Kampot was het weer tijd voor wat anders; Phnom Penh; de hoofdstad van Cambodia (2 miljoen inwoners). Voor de miserie met de rode Khmer, werd deze stad de parel van zuid-oost Azie genoemd. Helaas schiet daar haast  niets meer van over. Alles is er eind jaren zeventig verwoest door de rode Khmer. Na de val van Phnom Penh in 1979 leefden er nog maar 50000 mensen. Iedereen werd de stad uitgestuurd, vermoord of in werkkampen gestoken. Boedhistische monikken werden vermoord, net als hoog-opgeleiden en buitenlanders, met als doel om de volledige Khmer cultuur uit te wissen, en met een propere lei aan een communistisch regime te kunnen beginnen. Het is dan ook niet te verwonderen dat Phnom Penh anno 2011 een niet zo bijster mooie stad is. Ok, het zicht over de Mekong is overweldigend, en je hebt er enkele mooie pagodes, het koninklijke paleis en enkele fraaie markten, maar in het algemeen is het maar een grauwe stad.
De eerste dag zijn we naar de russische markt geweest en het koninklijke paleis bezocht, samen met zijn Zilveren Pagode. De hele vloer van deze pagode is van zilver, meer dan 1000 kg. Maar om eerlijk te zijn. Al die pagodes, het is me genoeg geweest, het doet me niks meer. Ze mogen 1000 vergulde boedha's voor mijn neus zetten, ze mogen mij allemaal gestolen worden. Teveel is teveel.... Ik denk dat ik aan een tempel - en boedha-burn-out leid.

De volgende dag zijn we de Tuol-Sleng gevangenis gaan bezoeken. Dit was de foltergevangenis van de rode Khmer. Hier werden in de hoogdagen van de gevangenis jaarlijks 8000 mensen gefolderd en vermoord. Huiveringwekkend, wanneer je de folterkamers en de beestenkooien (gevangenissen) ziet. En dit speelde zich amper 30 jaar geleden af. En dan te bedenken dat er momenteel nog steeds leiders van de Rode Khmer momenteel niet berecht zijn, en zij zeggen dat ze geen weet hadden van deze gevangenis. De grote chef van Tuol-Sleng, Comrade Duch, leefde in Cambodia ondergedoken en is pas in 1999 door een journalist ontdekt. (meer info over Duch; http://en.wikipedia.org/wiki/Kang_Kek_Iew#Leading_the_Santebal_and_Tuol_Sleng ) De rechtzaken tegen de grote 4 nog levende khmer-leiders zouden dit jaar moeten aflopen. Maar ja, die mensen zijn allemaal hoog bejaard....
foto's van gefolterden in de tuol-sleng gevangenis

de wetten voor de gevangenen tijdens de ondervraging

de beestenkooien

1 van de 4 gevangenisgebouwen, de pikkeldraad voorkwam dat gevangenen van het balkon sprongen om zelfmoord te plegen
Nog niet genoeg horror... De volgende dag zijn we met de brommer naar de 'killing fields' gereden. Een plek 15 km buiten Phnom Penh, waar gevangenen uit de tuol-sleng gevangenis werden 'afgemaakt' en in massagraven gedumpt. Wanneer je de geschiedenis niet zou kennen, zou je denken; ' tof parkje hier', maar het tegendeel is waar. Kinderen werden er tegen de boom doodgeklopt, en er liggen meer dan 20000 mensen begraven in massagraven. Een deel van deze massagraven zijn ontmanteld en de beenderen en schedels zijn in een monument ter nagedachtenis verwerkt. Vreemd als je de kippen ziet scharelen op de massagraven....
killing fields
 

monument
Er waren ook wel wat prettige momenten in Phnom Penh. We hebben er een geweldig lokaal restaurant ontdekt. En hoera; ze serveerden er ook mijn geliefkoosd Cambodiaans gerecht;'rund met mieren'. Deze keer geen gewone rode mieren, maar zijn gevleugeld familielid, met een heel dik achterlijf van ongeveer 1 cm groot. mmmh....Verrukkellijk.... Als ik nog wat plaats heb ik mijne hof, denk ik dat ik later misschien mieren ga kweken, het is eens wat anders dan kippen of konijnen....

De markten zijn hier ook een belevenis. Alles kan je hier kopen, en de sfeer doet me een beetje aan Myanmar denken. Het ruikt er misschien niet altijd even fris, je kan er wel soms koopjes doen.  Het transportmiddel nummer 1, net als trouwens overal in Zuid-oost Azie is de bromfiets. Je ziet ze hier met alles-en-nog-wat rondrijden. Een varken vanachter op de bagagedrager, 6 man tegelijkertijd op 1 brommer, een kruiwagen... Je houdt het niet voor mogelijk....
Phnom Phen markt

tukkie doen

kapstok-transport
Na 3 nachten Phom Penh zijn we Noord-waards getrokken naar Kratie, Dit is een klein stadje aan de Mekong. Je hebt er de mooiste uitzichten over de rivier en de plaats is ook bekend omwille van zijn bedrijgde zoetwater dolfijnen. We zijn een boottrip gaan maken op de Mekong en hebben deze Irrawaddy-dolfijnen kunnen spotten. Ik heb jammer genoeg geen tonenswaardige foto's van deze merkwaardige zoogdieren kunnen trekken. (ik moet zowat de slechtste Irrawaddy-dolfijnen-fotograaf ter wereld zijn)
boottocht op de Mekong, (met achter mijn rug een Irrawaddy-dolfijn)

the mighty Mekong
Vervolgens naar Banlung. Een kleine stad, ten Noord-Oosten van Cambodia. Een mooie plaats in de nabijheid van oerwoud, watervallen, meren.... De uitgelezen plaats voor een trekking. Maar dat deden we dus niet. Het is momenteel regenseizoen, en elke namiddag is het serieus prijs. Wel hebben we voor de afwisseling een brommer gehuurd en zijn we naar een naburig vulkanisch meer gereden. De krater is gevuld met water, waar we fijn hebben kunnen zwemmen. Verder zijn we ook naar waterval nummer zoveel gereden. Niet echt iets speciaals, maar best fijn om jezelf onder hoge druk te verfrissen.
Marion
 



krater-meer

Na Banlung vertrekt Marion richting Laos, ikzelf reis Oostwaards richting Vietnam. Ik ben benieuwd. Oorspronkelijk was het mijn plan om Vietnam niet aan te doen, maar zoals zo vaak weizigen mijn plannen nog wel eens. Wat ik van andere reizigers hoor, belooft niet zo veel goeds. Zo hoorde ik wel eens dat de Vietnamezen geldwolven zijn, heel druk en luidruchtig en dat het verkeer er niet te doen is. Maar ik probeer zonder al te veel vooroordelen te vertrekken....   

vrijdag 3 juni 2011

Chi Phat - Kampot - Canbodia

Tijd voor een update.


Na de tempels van Angkor, zijn Erik en mezelf, via een tussenstop in de hoofdstad Phnom Penh, in Chi Phat aanbeland. Chi Phat is een klein dorp van ongeveer 450 gezinnen, gelegen ten Zuiden van het Cardamon gebergte. Vroeger was dit een jagersdorp. 90 procent van het dorp hield zich bezig met jagen in het oerwoud. Sinds 2008 is er een ecotourisme project opgestart, waarbij de locale bevolking actief aan deelneemt. Zo worden de vroegere jagers ingeschakeld als gids voor trekkings of mountainbiketochten, families stellen een kamer ter beschikking in hun huis, zodat toeristen het 'echte' Cambodiaanse leven kunnen meemaken. En dit voor een schappelijke prijs van 3 dollar per nacht. Dit wept zijn vruchten af. Momenteel is nog maar 30  procent van het dorp jager, de rest is betrokken bij het project. Met als gevolg dat de jungle en zijn inwoners niet verloren gaat. De homestays zijn dik ok.Verwacht geen bubbelbad of rozenblaadjes in je toilet, maar met een muskietennet en een batterij voor een lamp of een ventilator wordt aan de voornaamste noden voorzien. Het project is nog jong, 3 jaar om precies te zijn. Dit maakt dat de mensen nog allemaal enthousiast zijn, maar het nadeel is dat de meeste mensen nog geen Engels spreken. 

1 dag zijn Erik en ik een mountainbiketocht gaan maken. De tocht was niet echt zwaar, niet te veel klimmen, 40 kilometer in totaal. De hitte maakte het wel lastig. De paden waren goed befiestbaar, soms moesten we rivieren doorkruisen, waarbij je je best moest doen om niet met fiets en al weggespoeld te worden. Onze gids sprak geen Engels. Echt mountainbiken kon hij ook niet. Het was een 50-plusser die liever sigaretten rookte en sliep, in plaats van te fietsen. Berg op vond hij helemaal niks, dan wandelde hij liever. We maakten een tussenstop om naar een waterval te gaan kijken. We plaatsten onze fiets tegen een boom. Ik had het dadelijk gezien, het krioelde er van de mieren, van die exemplaren die ik liever op mijn bord bij het avondeten zie. Maar goed... Ik heb er verder niks over gezegd. Na de waterval wilden we onze fiets terug bestijgen, maar deze zaten ondertussen onder de mieren. Erik was bezig om miertje per miertje van zijn fiets te vegen, maar was er zich niet van bewust dat de mieren aan een invasie van zijn benen begonnen waren. Er zaten al een stuk of 10 mieren in zijn sokken en hij wist niet wat doen. Na een paar steken moest de gids hem van de mieren verlossen. Bij mij idem dito. Een stuk of 10 mieren op mijn sokken. Maar ze hebben de kans niet gehad om mijn benen te bereiken. (met de grove middelen verpetterd) De mieren waren niet het enige probleem. Bloedzuigers zaten er ook in overvloed. Op zich niet zo erg. Je krijgt er geen vieze ziektes van en pijn doet het ook niet. Alleen Erik kan niet zo goed tegen bloed. De eerst dag had Erik 7 bloedzuigers, ik 4 geloof ik. In de namiddag begon het serieus te regenen. Het is dan ook eind mei, het begin van het regenseizoen. En regenen is eigenlijk verkeerd uitgedrukt. Het is gieten, met de grote G. De junglepaden veranderden in rivieren met modder. En alles werd veraderlijk glad. Ik ben ook 1 keer serieus op mijn 'bakkes' gegaan. Gelukkig enkel wat blikschade. Na een uurtje gieten was het gedaan. De wegen bleven vol plassen staan. Op plaatsen met karrensporen was dit best wel gevaarlijk. Je wist immers niet hoe diep de plassen waren. 1 keer heeft onze gids zo een plas verkeerd ingeschat, en hij bleef met zijn voorwiel in zo een karrenspoor steken. Gevolg, met een halve salto viel hij in een plas, en ging net niet kopje onder. Verder zijn we nog gaan zwemmen in een heel mooi meer, voorzien van waterval en al. En rond een uur of 4 waren we terug in centrum Chi Phat.
info over het project

de verfrissende zwemplaats





Bij mijn familie van mijn homestay was het ook plezant. De kinderen daar waren heel nieuwsgierig wat die grote blanke man allemaal te doen had. Wanneer ik mijn rugzak uittastte stonden er 4 kinderen met open mond te staren. Mijn pitslamp vonden ze uiterst interessant. Ik moest erop waken dat ze elkaar niet de kop insloegen om deze eens te mogen vasthouden. Verder zonden de kinderen het ook heel plezant wanneer ik hun vastnam en zo hoog ik kon boven mijn hoofd uitstak. Ze bleven maar afkomen, om het nog eens te herhalen, en dan maar lachen.....
De jung van mijn homestay vechten om mijn zaklamp te mogen vasthouden

De kinderen van de familie waar ik verbleef

mister pitslamp

De volgende dag zijn we een jungle-trekking gaan maken van 2 dagen. Ik, Erik en 2 toffe jonge gasten als gids, waarvan er eentje goed engels kon. Deze trekking is niet te vergelijken met de eerdere trekking die ik in Laos deed. Het klimaat is hier veel warmer dan in de bergen van Laos en de jungle is hier tropisch in plaats van subtropisch in Laos. Het was echt afzien. 7 liter water drinken, en nog niet genoeg hebben. En zweten... ongeloofelijk. s Avonds zouden we overnachten in de jungle in een hangmat. Tijdens onze trip werden we al door een paar boeren gewaarschuwd dat er op onze overnachtingsplaats s nachts olifanten zitten, die zich daar tegoed doen aan bananen. Ook kwamen we een boer op zijn bananenplantage tegen die aan het klagen was. De vorige nacht was een olifant langsgeweest en had een paar van zijn bananenbomen geruineerd. Ik was er toch niet helemaal gerust in. Onze kampplaats lag aan 1 van de meest idylische plekjes die ik ooit gezien heb, aan de top van een waterval, met een uitgestrekt uitzicht over de jungle en de rivier. Aan de onderkant van de waterval lag een prachtige poel waar je kon zwemmen. Eens aan onze kamplaats aangekomen begonnen de gidsen met eten maken, en ik ging naar de poel om me te wassen en wat te zwemmen. Ik was net in het water gesprongen en de hemelsluizen openden zich. Wat een zalig gevoel. In het midden van de jungle van Cambodia, in een heerijk watertje, moe en voldaan van de ganse dag stappen. De dikke regendruppels veroorzaakten overal bellen op het wateroppervlak en veroorzaakten een dunne nevel door het opspattend water. Het maakte het moment alleen maar magischer.
onze gids heeft net gekookt, en deed dat goed
onze magische kampeerplek

onze magische kampeerplek deel 2
s nachts sliepen we in de hangmat, met ingebouwd muskietennet. Goed slapen kon ik niet. Misschien door de olifanten in mijn hoofd. De volgende dag gingen we verder in de echte dichte jungle. Het krioelde er van de bloedzuigers. Tijd om uit te rusten was er niet, want wanneer je stil bleef staan kropen de bloedzuigers via je schoenen omhoog. Ik was zo gefocust op die bloedzuigers, dat ik steeds naar de grond keek. Maar plotseling zag ik iets in mijn ooghoek verschijnen en instinctief maakte ik nog een ontwijkende beweging. Ik kijk achterom. Ik had net bijna een gigantische spin in mijn gezicht gehad. Een spin zo groot als mijn hand, met rode en gele kleuren. Ik was er toch even niet goed van. Na een hele tijd afzien konden we toch even rusten op een rots, te midden van een rivier waar geen bloedzuigers aanwezig waren. Nadien ging het nog even verder in de jungle en daarna bereikten we de 'silver fields', een stuk gekapt woud, waar nu haast niks meer groeit doordat de bodem uitgeput is. Je ziet er wel mooie vleesetende planten en vreemde grassoorten. Uiteindelijk bereikten we moe en voldaan terug Chi Phat.
uitrusten en drinken op de rots

de rand van de jungle en begin van de silver plains

deze bloedzuiger nam mij te grazen

en ik nam de bloedzuiger te grazen

een vleesetende plant

invasie van mijn t-shirt door vlinders, verlekkerd door het zout van mijn zweet


De volgende dag zijn we naar de kuststad Shianoukville afgereisd. Dit is een toerisische plaats, waar je wat kan relaxen, zwemmen en pinten drinken. Ondertussen is Ivan de Zwitser ons komen vergezellen. Het enige straffe wat er in Sihanoukville gebeurde, is dat ik er Katrijn van Meeuwen Gruitrode tegenkwam. Van toeval gesproken.... En we hebben een fijne avond gehad met ons vieren en goed wat pinten verzet.
Daarna zijn we naar Kep afgereisd. Een klein stadje aan de zee, vooral bekend om zijn krabbenvangst en krabmarkt. Je kan daar heel goedkoop vis, inktvis en krab eten. Verder was er een onnoemelijk mooi resort waar wij tegenover verbleven. Wanneer we er iets gingen eten of drinken, mochten we daar gratis in het zwembad zwemmen. Ondertussen hebben we ook Marion leren kennen, die in ons guesthouse verblijft. Een toffe Duitse. We beslissen samen om met de boot naar Rabbit-eiland te gaan. Een droomeiland voor de kust van Kep. We hebben de tijd daar omgekregen met frisbee-gooien, zwemmen, wandelen, eten, hangmat liggen en met de lokale puppies te spelen. De kmer-massage met zicht op de ondergaande zon was ook memorabel. De bungalows waren ook dik in orde. 
een krabbenvangster

een tornado voor de kust van rabbit-eiland

zonsondergang in Kep
Rabbit-eiland

rabbit-eiland deel 2

Ondertussen zijn Erik en Ivan vertrokken. Erik gaat terug naar Chang Mai, en Ivan wilt gaan leren surfen op Bali. Marion en ik besluiten een tijdje samen te reizen. Eest gaan we naar Kampot, een heel gezellige stad aan een rivier, niet ver van Kep. Heel rustig. We huurden er een brommer en gingen wat rondcruisen.Vooral ons verblijf was heel leuk, gelegen aan de rivier. Onze open dak-bungalow had een heel mooi uitzicht over de rivier. En de gekko hield ons 3 dagen gezeldschap.
een reuzengekko in onze bungalow in Kampot
Hierna reisden we naar Phnom Penh. Maar dat lezen jullie volgende keer.

groeten

Steven