Dit is mijn laaste post vanuit Zuid-Oost-Azie. Morgen vertrek ik voor onbepaalde tijd richting Indie, Calcutta meerbepaald. Ik heb het gevoel dat ik het hier wel een beetje gezien heb. Ik sta niet meer te kijken van 5 mensen op een motorfiets, pagodes, watervallen en meer van dat. De verwondering is een beetje weg. Dus... tijd voor iets nieuws. En in India gaat die verwondering gegarandeerd terugkomen. Door gesprekken met andere reizigers ben ik heel hard geinteresseerd geraakt in Indie, een land met een ongekende diversiteit. Niet alleen geografisch (oerwouden, mooie stranden en eilanden, de Himalaya, woestijnen) maar ook demografisch (Sikhs, Moslims, Boedhisten, Hindoes en weet ik veel wat nog allemaal). Eigenlijk ben ik al haast een maand aan het aftellen om te kunnen vertrekken. Oorspronkelijk was mijn plan om van Vietnam noordwaards richting China te trekken, en zo via Tibet, India te betreden. Dit plan ging jammer genoeg niet door. China laat voor onbepaalde tijd geen buitenlanders toe in Tibet. Dus ben ik genoodzaakt om via Laos terug naar Bangkok te reizen en aldaar een vliegtuig richting Indie te nemen. Ik heb uiteindelijk Calcutta gekozen als vliegbestemming. Enkel als simpele reden dat dit de goedkoopste vliegbestemming is. Van daaruit wil ik richting Noord-India trekken. Varanasi, met zijn Hindoeistische pelgrims die naar deze stad aan de Ganges trekken, om daar op hun dood te wachten en vervolgens op een drijvende brandstapel op de Ganges verbrand worden. Van daaruit richting het Noorden, richting de Himalaya... dit moet ik in mijn leven toch ooit gezien hebben, en als het er een beetje veilig is, Kashmir en eventueel Nepal, maar dat zien we wel weer.... Ik heb nog niet het gevoel dat het al tijd is om terug huiswaarts te keren. Ik moet nog zoveel dingen zien en beleven. Ik hou jullie op de hoogte.
Maar eerst nog een verslag over mijn laatste weken hier in Zuid-Oost-Azie.
In Luang Prabang heb ik afgesproken met Toon en Caroline. Toon was zijn paspoort kwijtgeraakt en het was voor hem een heel gedoe om in de hoofdstad Ventiane een nieuw te bemachtigen. Uiteindelijk heb ik Toon toch nog kunnen zien op de laatste dag. We zijn pinten gaan drinken in de Eutopia, een van de mooiste tuin-cafes die ik ooit gezien heb. Om de een of andere reden stikte het er van de Belgen en Limburgers. Om 23 u sluiten alle bars en cafes. Een soort van avondklok. Er is enkel nog 1 plaats waar je nog verder kan uitgaan; de bowling. Dus wij allemaal naar de bowling. Een stomme zaak, met ongezellige TL-belichting. Maar het zat er goed vol met buitenlanders, met als absoluut dieptepunt een vette Amerikaan (zeker 150 kg), in zijn hawai-shirtje en kaalgeschoren schedel, die daar de felle man kwam uithangen. Hij zat bij ons aan tafel, een fles whiskey trakterend, en opscheppend met staffe verhalen met prostituees. Tjonge, jonge wat een portret...
rivier in Luang Prabang tijdens het regenseizoen |
dezelfde rivier in het droge seizoen in maart |
De volgende morgen heb ik de bus richting Ventiane genomen, en na een overnachting de nachttrein richting Bangkok. Ik hou van nachttreinen. Fijn in de restauratiewagon zitten, en met mensen praten. Ik heb er een Thaise muzikant ontmoet die in Bangkok met zijn bandje in verschillende pubs optreed. Ik vertelde hem dat ik drummer ben en dat ik graag wat met hem zou willen jammen. Hij zag dat meteen zitten. Hij gaf me wat nummers door die hij kom spelen en die ik moest instuderen en ik beloofde hem om contact op te nemen wanneer ik ze kon spelen. Verder was er nog een Franse gepensioneerde dokter die me veel wist te vertellen over India. Een interessant figuur.
De volgende morgen kwam ik aan in Bangkok. Hier had ik afgesproken met Manuel, de Italiaan van Leuven. De eerste avond nam ik hem mee naar de Saxophone, de geweldige jazz-tent. Manuel had echter meer oog voor de Thaise dames in plaats van de jazzmuzikanten. De volgende avond ben ik met Manuel naar de discotheek geweest. Dat vond hij denk ik plezanter. Mja, ik heb er eigenlijk niet zo veel over te vertellen....
Bangkok police |
Ondertussen heb ik mijn visum voor India aangevraagd. Dat was me nogal een bedoening zeg... Blijkbaar krijg je momenteel geen visum voor 6 maanden meer, enkel voor 3 maanden. Maar ik wil toch een visum van 6 maanden. ( 2 maal 3 maanden), maar dat is blijkbaar allemaal zo simpel niet. Alleszins, moest ik het de volgende dag gaan uitleggen op de ambasade van India. Ondertussen begin ik mijn weg al een beetje te kennen hier in Bangkok. Zodus, de volgende dag met de bus richting ambassade. Dan zie je pas met wat voor een gigantisch verkeersprobleem dat Bangkok opgescheept zit. Over een rit van 10 km doe je meer dan een uur. Maar goed... uiteindelijk aangekomen op de ambassade, word ik verwacht bij een beambte. Zijn eerste vraag; waarom wil je een visum voor 6 maanden? Ik begin daar een lang verhaal af te steken, dat ik van andere toeristen gehoord heb dat je normaal gezien een visum van 6 maanden kunt aanvragen, maar hij onderbreekt me... ' I'm not interested in other tourists, why YOU want a visum for 6 months...' en hij bekijkt me met een strenge blik. Ok, denk ik, to the point dan maar. Met deze kerel valt niet te sollen. Verder vraagt hij me nog wat mijn beroep is in Belgie, hij zet een krabbel op mijn aanvraagdocumenten en ik mag beschikken. Vreemde mannen, die Indiers...
Nu moest ik nog een week wachten op mijn -hopelijk goedgekeurd- visum. Veel te doen had ik niet in Bangkok. Manuel is ondertussen vertrokken richting Chang Mai. 1 ding wat ik zeker nog wil gedaan hebben in Bangkok, is de gevangenis opzoeken. Je kan daar naartoe gaan en een landgenoot gezoeken. Ik heb ondertussen het boek 'welcome to hell' gelezen, over de toestanden in de gevangenissen in Bangkok, en dan weet je dat de gevangenen zeer blij zijn met zo een bezoek. Je kan ze ook wat spullen kopen in de gevangenisshop, bijvoorbeeld wat zeep, sigaretten.... Dus Steven met de boot richting gevangenis. Aan het loket waar je een afspraak moet maken, vroeg ik een Belg te mogen bezoeken. De agenten (of bewakers, ik weet niet wat het was) bekeken mij met een vragende blik. Ze vroegen mij een naam op te geven. Ik zei; maakt niet uit, geef me maar gewoon een Belg. Ze vertelden me dat ik een naam moet doorgeven, namen van gevangenen kan ik opvragen op de ambassade van Belgie in Bangkok. Verdorie... nochtans had ik me op de website van de gevangenis goed geinformeerd.
Na een paar dagen Bangkok begon ik me toch stilaan te vervelen en ik begon het op mijn zenuwen te krijgen van al die toeristen. Dus het werd tijd om te vertrekken. Ik had nog een dag of 5 voor mijn aftocht naar India. Ik las in mijn reisgids dat ongeveer 60 km buiten Bangkok een rustigen, typische Thaise stad ligt, maar met haast geen bezienswaardigheden. Allwright! Geen knijt te beleven, interessant... Dus Steven met de bus naar Nakhon Pathom. En inderdaad, compleet niks te beleven. Enkel een heel grote pagode en een toffe markt. Ik heb er wel heel goed gegeten op de straat. Ik denk dat ik de enige toerist was in de stad. De volgende dag dan toch maar beslist om meer westwaards te trekken naar Kanchanaburi, ondermeer bekend door zijn brug over de river Kwai. Een heel mooie regio, dicht tegen de grens met Myanmar. Op de trein richting Kanchanaburi ontmoette ik een Frans meisje, Gaelle, uit Parijs. We besloten om een bungalow te delen om kosten te delen.
Nakhon Pathom |
De vetste hond die ik ooit gezien heb |
In Kanchanaburi heb ik 2 dagen een brommer gehuurd. Ik wou weer een manuele 125 cc, maar ze haden enkel maar een versie van 100 cc. De eigenaar van de brommer overtuigde me; '100 cc same same as 125 cc'. Ok dacht ik, als ik straks 125 bath moet betalen, dan zal 100 ook wel genoeg zijn. De eerste dag ben ik er alleen op uit getrokken. Gaelle verkoos de fiets. Eerst ben ik naar de Hellfire pass gereden, op 85 km van Kanchanaburi. Die naam klonk nogal aanlokkelijk. De hellfire pass is een diepe kloof waar een spoorwegverbinding door liep tijdens de 2de wereldoorlog. De spoorwegverbinding werd aangelegd om de Jappen van bevoorrading te voorzien in Myanmar, waar ze zich voorbereidden om de Britten in India aan te vallen. Allemaal heel interessant. Ook fijn om weten, de spoorweg is door krijgsgevangenen (Amerikanen, Australiers, Britten en Hollanders) aangelegd en er stierven meer dan 100000 man bij de aanleg. Verder nog een stomme waterval bezocht.
de hellfire pass |
mijn bungalow aan de river Kwai |
De river Kwai tijdens een zondvloed, met in de verte een brug over de river Kwai |
watervallen |
De volgende dag ben ik met de bus terug naar Bangkok afgereisd en heb ik Krc Genk tegen Partizan Belgrado zien winnen. Nu we het toch over voetbal hebben, je kan mijn reis een beetje met Racing Genk vergelijken, ten minste als Genk de uitwedstrijd ook tot een goed einde brengt. Als je al zeker bent van Europa-league-voetbal, en kans maakt op de champions league, dan moet je wel heel stom zijn om er niet voor te gaan... ;)
Op mijn laatste dag heb ik muziek zitten instuderen en had ik een afspraak gepland met de Thaise muzikant. Helaas heeft hij de afspraak moeten afzeggen, wegens werkverplichtingen. Het zal voor na Indie zijn...
tot in India (tenzij mijne vlieger neerstort)
Steven