woensdag 27 juli 2011

Luang Prabang - Bangkok - Katchanaburi

Hallo,

Dit is mijn laaste post vanuit Zuid-Oost-Azie. Morgen vertrek ik voor onbepaalde tijd richting Indie, Calcutta meerbepaald. Ik heb het gevoel dat ik het hier wel een beetje gezien heb. Ik sta niet meer te kijken van 5 mensen op een motorfiets, pagodes, watervallen en meer van dat. De verwondering is een beetje weg. Dus... tijd voor iets nieuws. En in India gaat die verwondering gegarandeerd terugkomen. Door gesprekken met andere reizigers ben ik heel hard geinteresseerd geraakt in Indie, een land met een ongekende diversiteit. Niet alleen geografisch (oerwouden, mooie stranden en eilanden, de Himalaya, woestijnen) maar ook demografisch (Sikhs, Moslims, Boedhisten, Hindoes en weet ik veel wat nog allemaal). Eigenlijk ben ik al haast een maand aan het aftellen om te kunnen vertrekken. Oorspronkelijk was mijn plan om van Vietnam noordwaards richting China te trekken, en zo via Tibet, India te betreden. Dit plan ging jammer genoeg niet door. China laat voor onbepaalde tijd geen buitenlanders toe in Tibet. Dus ben ik genoodzaakt om via Laos terug naar Bangkok te reizen en aldaar een vliegtuig richting Indie te nemen. Ik heb uiteindelijk Calcutta gekozen als vliegbestemming. Enkel als simpele reden dat dit de goedkoopste vliegbestemming is. Van daaruit wil ik richting Noord-India trekken. Varanasi, met zijn Hindoeistische pelgrims die naar deze stad aan de Ganges trekken, om daar op hun dood te wachten en vervolgens op een drijvende brandstapel op de Ganges verbrand worden. Van daaruit richting het Noorden, richting de Himalaya... dit moet ik in mijn leven toch ooit gezien hebben, en als het er een beetje veilig is, Kashmir en eventueel Nepal, maar dat zien we wel weer.... Ik heb nog niet het gevoel dat het al tijd is om terug huiswaarts te keren. Ik moet nog zoveel dingen zien en beleven. Ik hou jullie op de hoogte.

Maar eerst nog een verslag over mijn laatste weken hier in Zuid-Oost-Azie.
In Luang Prabang heb ik afgesproken met Toon en Caroline. Toon was zijn paspoort kwijtgeraakt en het was voor hem een heel gedoe om in de hoofdstad Ventiane een nieuw te bemachtigen. Uiteindelijk heb ik Toon toch nog kunnen zien op de laatste dag. We zijn pinten gaan drinken in de Eutopia, een van de mooiste tuin-cafes die ik ooit gezien heb. Om de een of andere reden stikte het er van de Belgen en Limburgers. Om 23 u sluiten alle bars en cafes. Een soort van avondklok. Er is enkel nog 1 plaats waar je nog verder kan uitgaan; de bowling. Dus wij allemaal naar de bowling. Een stomme zaak, met ongezellige TL-belichting. Maar het zat er goed vol met buitenlanders, met als absoluut dieptepunt een vette Amerikaan (zeker 150 kg), in zijn hawai-shirtje en kaalgeschoren schedel, die daar de felle man kwam uithangen. Hij zat bij ons aan tafel, een fles whiskey trakterend, en opscheppend met staffe verhalen met prostituees. Tjonge, jonge wat een portret...

rivier in Luang Prabang tijdens het regenseizoen
dezelfde rivier in het droge seizoen in maart

De volgende morgen heb ik de bus richting Ventiane genomen, en na een overnachting de nachttrein richting Bangkok. Ik hou van nachttreinen. Fijn in de restauratiewagon zitten, en met mensen praten. Ik heb er een Thaise muzikant ontmoet die in Bangkok met zijn bandje in verschillende pubs optreed. Ik vertelde hem dat ik drummer ben en dat ik graag wat met hem zou willen jammen. Hij zag dat meteen zitten. Hij gaf me wat nummers door die hij kom spelen en die ik moest instuderen en ik beloofde hem om contact op te nemen wanneer ik ze kon spelen. Verder was er nog een Franse gepensioneerde dokter die me veel wist te vertellen over India. Een interessant figuur.
De volgende morgen kwam ik aan in Bangkok. Hier had ik afgesproken met Manuel, de Italiaan van Leuven. De eerste avond nam ik hem mee naar de Saxophone, de geweldige jazz-tent. Manuel had echter meer oog voor de Thaise dames in plaats van de jazzmuzikanten. De volgende avond ben ik met Manuel naar de discotheek geweest. Dat vond hij denk ik plezanter. Mja, ik heb er eigenlijk niet zo veel over te vertellen....

Bangkok police

Ondertussen heb ik mijn visum voor India aangevraagd. Dat was me nogal een bedoening zeg... Blijkbaar krijg je momenteel geen visum voor 6 maanden meer, enkel voor 3 maanden. Maar ik wil toch een visum van 6 maanden. ( 2 maal 3 maanden), maar dat is blijkbaar allemaal zo simpel niet. Alleszins, moest ik het de volgende dag gaan uitleggen op de ambasade van India. Ondertussen begin ik mijn weg al een beetje te kennen hier in Bangkok. Zodus, de volgende dag met de bus richting ambassade. Dan zie je pas met wat voor een gigantisch verkeersprobleem dat Bangkok opgescheept zit. Over een rit van 10 km doe je meer dan een uur. Maar goed... uiteindelijk aangekomen op de ambassade, word ik verwacht bij een beambte. Zijn eerste vraag; waarom wil je een visum voor 6 maanden? Ik begin daar een lang verhaal af te steken, dat ik van andere toeristen gehoord heb dat je normaal gezien een visum van 6 maanden kunt aanvragen, maar hij onderbreekt me... ' I'm not interested in other tourists, why YOU want a visum for 6 months...' en hij bekijkt me met een strenge blik. Ok, denk ik, to the point dan maar. Met deze kerel valt niet te sollen. Verder vraagt hij me nog wat mijn beroep is in Belgie, hij zet een krabbel op mijn aanvraagdocumenten en ik mag beschikken. Vreemde mannen, die Indiers...

Nu moest ik nog een week wachten op mijn -hopelijk goedgekeurd- visum. Veel te doen had ik niet in Bangkok. Manuel is ondertussen vertrokken richting Chang Mai. 1 ding wat ik zeker nog wil gedaan hebben in Bangkok, is de gevangenis opzoeken. Je kan daar naartoe gaan en een landgenoot gezoeken. Ik heb ondertussen het boek 'welcome to hell' gelezen, over de toestanden in de gevangenissen in Bangkok, en dan weet je dat de gevangenen zeer blij zijn met zo een bezoek. Je kan ze ook wat spullen kopen in de gevangenisshop, bijvoorbeeld wat zeep, sigaretten.... Dus Steven met de boot richting gevangenis. Aan het loket waar je een afspraak moet maken, vroeg ik een Belg te mogen bezoeken. De agenten (of bewakers, ik weet niet wat het was) bekeken mij met een vragende blik. Ze vroegen mij een naam op te geven. Ik zei; maakt niet uit, geef me maar gewoon een Belg. Ze vertelden me dat ik een naam moet doorgeven, namen van gevangenen kan ik opvragen op de ambassade van Belgie in Bangkok. Verdorie... nochtans had ik me op de website van de gevangenis goed geinformeerd.

Na een paar dagen Bangkok begon ik me toch stilaan te vervelen en ik begon het op mijn zenuwen te krijgen van al die toeristen. Dus het werd tijd om te vertrekken. Ik had nog een dag of 5 voor mijn aftocht naar India. Ik las in mijn reisgids dat ongeveer 60 km buiten Bangkok een rustigen, typische Thaise stad ligt, maar met haast geen bezienswaardigheden. Allwright! Geen knijt te beleven, interessant... Dus Steven met de bus naar Nakhon Pathom. En inderdaad, compleet niks te beleven. Enkel een heel grote pagode en een toffe markt. Ik heb er wel heel goed gegeten op de straat. Ik denk dat ik de enige toerist was in de stad. De volgende dag dan toch maar beslist om meer westwaards te trekken naar Kanchanaburi, ondermeer bekend door zijn brug over de river Kwai. Een heel mooie regio, dicht tegen de grens met Myanmar. Op de trein richting Kanchanaburi ontmoette ik een Frans meisje, Gaelle, uit Parijs. We besloten om een bungalow te delen om kosten te delen.
Nakhon Pathom

De vetste hond die ik ooit gezien heb

In Kanchanaburi heb ik 2 dagen een brommer gehuurd. Ik wou weer een manuele 125 cc, maar ze haden enkel maar een versie van 100 cc. De eigenaar van de brommer overtuigde me; '100 cc same same as 125 cc'. Ok dacht ik, als ik straks 125 bath moet betalen, dan zal 100 ook wel genoeg zijn. De eerste dag ben ik er alleen op uit getrokken. Gaelle verkoos de fiets. Eerst ben ik naar de Hellfire pass gereden, op 85 km van Kanchanaburi. Die naam klonk nogal aanlokkelijk. De hellfire pass is een diepe kloof waar een spoorwegverbinding door liep tijdens de 2de wereldoorlog. De spoorwegverbinding werd aangelegd om de Jappen van bevoorrading te voorzien in Myanmar, waar ze zich voorbereidden om de Britten in India aan te vallen. Allemaal heel interessant. Ook fijn om weten, de spoorweg is door krijgsgevangenen (Amerikanen, Australiers, Britten en Hollanders) aangelegd en er stierven meer dan 100000 man bij de aanleg. Verder nog een stomme waterval bezocht.
de hellfire pass

mijn bungalow aan de river Kwai

De river Kwai tijdens een zondvloed, met in de verte een brug over de river Kwai
De tweede dag is Gaelle met me meegegaan, achterop op de brommer. We zijn naar watervallen gaan kijken, die bekend staan als 1 van de mooiste van Thailand. En op zich ook wel de moeite, 7 trappen in totaal. Maar ooo zo toeristisch, het leek wel of half Holland aanwezig was. Maar wanneer je je een beetje van de betreden paden verwijderde, kon je een prachtige poel vinden, tussen de trappen van de waterval in, waar je fijn kon zwemmen, zonder lastig gevallen te worden door de krijsende pubers. Na de watervallen zijn we nog naar een grot gereden, maar het was haast 16u en sluitingstijd. De lucht begon al aardig te betrekken en we hadden nog een tocht van 70 km voor de boeg. En ja hoor, 5 minuten later; zondvloed, en geen regenjas bij de hand. Dan maar schuilen en wachten. Maar het bleef maar gieten. Uiteindelijk maar door de regen naar huis gereden, want het begon al donker te worden. En kou dat we geleden hebben, Gaelle zat zowat te sterven achter op de motorfiets. Uiteindelijk terug in Kanchanaburi bleek dat het daar de hele tijd droog is gebleven. Vreemd.

watervallen


De volgende dag ben ik met de bus terug naar Bangkok afgereisd en heb ik Krc Genk tegen Partizan Belgrado zien winnen. Nu we het toch over voetbal hebben, je kan mijn reis een beetje met Racing Genk vergelijken, ten minste als Genk de uitwedstrijd ook tot een goed einde brengt. Als je al zeker bent van Europa-league-voetbal, en kans maakt op de champions league, dan moet je wel heel stom zijn om er niet voor te gaan... ;)

Op mijn laatste dag heb ik muziek zitten instuderen en had ik een afspraak gepland met de Thaise muzikant. Helaas heeft hij de afspraak moeten afzeggen, wegens werkverplichtingen. Het zal voor na Indie zijn...

tot in India (tenzij mijne vlieger neerstort)
Steven

donderdag 14 juli 2011

Dien Bien Phu (Vietnam) - Muang Khua - Hat Sa - Phongsali Noord-Laos

Hallo iedereen,

Ik vertelde jullie dat de Vietnamees nogal opportunistisch en geldzuchtig ingesteld is. Bij wijze van voorbeeld, een verslag van mijn laatste 2 dagen in Dien Bien Phu, de laatste stopplaats vooralleer ik naar Laos vertrok.

Ik kom aan in het busstation van Dien Bien Phu, de historische stad waar de Fransen rond 1953 in de pan werden gehakt, en wat het einde betekende voor hun Indo-Chinese rijk (de kolonie van de Fransen). Een groot herdenkingsmonument op de heuvel in de stad valt onmiddellijk op, evenals de bromfietstaxies die mij aan het busstation staan op te wachten. Eentje spreekt me toe. Hij wil me naar een goedkoop guesthouse brengen, 150000 dong per nacht (7,5 dollar). Het is gebruikelijk dat guesthouses motortaxies naar een busstation sturen om klanten met een gratis taxirit naar het guesthouse te lokken. Ik stem toe. Eerst samen even bij een bankcontact gestopt om flappen te tappen en dan, hup naar de guesthouse. Deze zit vol. Dan maar naar een andere. Daar bieden ze enkel kamers voor 200000 dong aan, wat dus duidelijk niet de afspraak was. Na heel wat discussie in mijn beste Vietnamees met 'madam Vietnam', krijg ik een kamer tegen 150000 per nacht, voorwaarde; ik moet 2 nachten blijven. Ok, we have a deal. Bovendien is er gratis internet, altijd mooi meegenomen. Dan komt de motorfietstaxi en vraagt me 20000 dong voor de rit. Verdorie toch, hij heeft me liggen. Eerst zeg ik kortaf 'nee'. Maar hij blijft aandringen. Ik zeg hem; als je me nu naar een goed restaurant brengt, geef ik je 20000 dong. En hopsakee, even later zit Steven ergens in een lokaal restaurantje overheerlijke Tofu in tomatensaus te eten, met een berg rIJst erbij.

De volgende dag ontmoet ik een Engels koppel met hun zoon, en nog een meid van mijn leeftijd. Ze zijn net in Dien Bien gearriveerd, komende van Laos. Ze vragen of ik een goed guesthouse weet. Ik vertel hun dat mijn guesthouse best wel ok is. Ze volgen mij, en de familie van 3 neemt een kamer tegen 300.000 dong per nacht. Het meisje vraagt me of ik bezwaar hem om mijn kamer met haar te delen, kwestie van kostenbesparing. Ik zie geen probleem. De eigenaar van het guesthouse ziet wel een probleem. Het meisje moet 80.000 dong betalen, terwijl het voor het guesthouse geen extra werk zou betekenen als ze bij mij op de kamer zou liggen. Ik probeer nog met de patron te discussieren. Ik zeg hem; ik heb u 3 nieuwe klanten bezorgd, wat u 300000 dong per nacht oplevert, en het meisje mag niet gratis op mijn kamer slapen.... mooi is dat...  Hij begrijpt het niet of liever, hij wilt het niet begrijpen. Uiteindelijk raad ik het meisje aan om naar een ander guesthouse te gaan. Zo een gierige vrek wil ik niet meer laten verdienen. Het meisje vertrekt en de patron geeft mij de schuld. Het begon al toen ik een half uur op internet zat, dat vond hij te lang, en hij maakte een teken van betalen. Toen was het voor mij genoeg geweest, en ben ik de stad ingetrokken.
De volgende morgen moest ik op 4.45 u uit, voor mijn busrit richting Laos. De patron stond mij in de inkomhal op te wachten. De deur was gesloten, ik kon het guesthouse niet verlaten. Hij vroeg 30000 dong voor het internet. Nu begon ik stilaan lastig te worden. Ik zeg hem dat ik niet betaal. Vervolgens gaat hij mijn kamer inspecteren, en komt terug met een handdoek in zijn pollen. Hij beweert dat ik een handdoek gestolen heb. (er was trouwens helemaal geen handdoek op mijn kamer) Ik stond op het punt om de inhoud van heel mijn rugzak op zijn voeten om te kappen, maar zover is het gelukkig niet moeten komen. Toen hij zag dat ik hem wilde tonen dat ik geen handdoek had, informeerde hij bij zijn vrouw, die blijkbaar verantwoordelijk is voor de handdoek-bedeling. Na wat gemompel uit de slaapkamer van 'madam Vietnam', was het Ok, en mocht ik beschikken. Triestig portret... Uiteindelijk ben ik nog net op tijd voor mijn bus naar Laos.

Op de bus zit nog 1 Fransman, de rest is Lao of Vietnamees. Ik heb nu nog 2 (kleine) zorgen. 1; ik heb enkel nog maar Vietnamese dong, en 40 dollar voor mijn visum. In Dien Bien Phu kon ik mijn geld niet wisselen omdat de banken en wisselkantoren in het weekend gesloten waren. En 2; ik heb slechts 1 pasfoto terwijl je er 2 nodig hebt  voor je visum aan de grens met Laos. Wanneer ik de jonge Fransman bevraag ben ik enigzins gerustgesteld. Hij heeft geen dollars, enkel wat dong en geen pasfotos. We bereiken de grens. Ik geef mijn pasfoto af en 36 dollar voor het visum (1 dollar verplichte fooi). Geen probleem blijkbaar dat ik maar 1 pasfoto heb. Mijn visum wordt mooi in orde gemaakt, maar dan vraagt de beambte met een brede glimlach 1 dollar voor de stempel. Ik betaal zonder morren... De Fransman is meer 'gekloot'. Hij moet 2 dollar betalen voor pasfotos en zijn visum betaalt hij in dong tegen een hele slechte wisselkoers. Uiteindelijk hebben ze zelfs geen pasfotos van hem genomen, maar als hij betaalt is het blijkbaar voldoende. Dan komt er een beambte op me af met de vraag of ik Vietnamese dong wil omwillelen in Lao Kip. Hij komt af met zijn wisselkoers.... De smeerlap... wou hij me daar even flink in't zak zetten. Ik ben blij dat ik weg ben uit Vietnam. De laatste dagen waren er te veel aan, met hun gelddrang en hun opportunisme.

Geef me dan maar Laos. Alles een versnelling lager en in vele gevallen zelfs stilstand. Het heeft de laatste dagen veel geregend en de weg ligt er modderig bij. Soms moeten we rivieren oversteken, terwijl een brug ontbreekt. Je ziet het water aan de trap van de busuitgang aan de binnenkant stijgen. En uiteindelijk het onvermijdelijke... De bus vaart zich vast op een modderige strook van de weg. Gelukkig weten de Lao van wanten, hoop ik. Want dit moet hun hier in het regenseizoen wel meer overkomen. De busassistent haalt een touw tevoorschijn en bevestigt het aan de achterkant van de bus. En dan alle mannen maar trekken.... En de bus plankgas achteruit. We worden bijna vergast door de uitlaatgassen en als resultaat; de bus 'dabt' zich enkel dieper vast. Ik had toch wel iets meer vernuft van die Lao verwacht... Maar haleluja, daar komt een toyota landcruiser aanrijden. Hoera. De koord wordt aan de landcruiser bevestigd en... maar gaaaas... Gevolg; een vastgedabde bus en een vastgedabde Toyota landcruiser. Daar stonden we dan te schilderen. Maar iedereen bleef goedgeluimd. De toyota kregen we uiteindelijk nog wel met mankracht uit de modder getrokken. En opnieuw 'haleluja', daar komt zomaar pardoes een bulldozer aangevaren, die uiteindelijk zonder veer problemen ons uit de pinibele situatie bevrijt. En we zijn weer onderweg, met enkele uren vertraging welliswaar, maar dat geeft niet. Op naar Muang Khua.
touwtje-trek
de verlossing nabij

aankomst in Muang Khua

deel 2

Uiteindelijk goed en wel aangekomen in Muang Khua. Het is een klein stadje aan de Nam Ou rivier. De rivier die ik in maart ook al bevaren, en bewonderd heb. Maar het water ziet er heel anders uit dan 4 maanden geleden. Hij kleurt koffiebruin, en er stroomt veel meer water door de overvloedige regen. Ik hou van zulke dorpjes aan een rivier. Niet veel te beleven, maar toch vind ik het super. s Avonds een beetje petanquen met de locals. De verliezer betaalt een rondje Lao-bier. EN ik was deze keer niet in form. Een boekje lezen op het balkon, met zicht op de rivier. Meer moet dat niet zijn. (trouwens, een dikke leestip; emergency sex, over NV-missies in Kosovo, Haiti, Cambodia, Rwanda en Somalie, straffe kost). Ondertussen heb ik de fransman wat kip geleend, want er is geen bankcontact hier.

Na 3 dagen Muang Khua besluiten we met de boot stroomopwaart te trekken, richting Hat Sa, in de buurt van Phongsali. Het is een hele mooie boottocht, van ongeveer 8 uur. s Avonds komen we in Hat Sa aan. Er is geen busvervoer meer richting Phongsali, dus zijn we verplicht in Hat Sa te overnachten. Er is 1 vrouwtje dat een kamertje aan ons aanbiedt, maar het kamertje lijkt meer op een kippenkot dan op een slaapkamer (geen bed, geen ramen, enkel een paar kussens op de grond in een ruimte van 3 op 3). Bovendien vraagt ze te veel geld voor het kamertje. We besluiten een plek onder te sterrenhemel te zoeken, en die vinden we op de verlaten marktplaats. We installeren ons muskietennet en slapen op wat bamboe-riet. Ik plug mijn oorstoppen in, en hoor niets van het geritsel van al de vreemde insecten en ongedierte in mijn buurt. s Morgens wordt ik wakker en er staan een stuk of 10 kinderen naar me te staren. Blijkbaar een interessant gegeven; een slapende blanke man. Een paar kippen verschrikken zich als ik beweeg. We ontbijten en nemen de bus richting Phongsali. En daar gaan we weer. Wegversperring. Bulldozers zijn bezig met de weg vrij te maken, die vol met brokstukken en puin ligt. Ik denk dat ze de weg aan het verbreden waren. Alleszins, al het verkeer moest wachten. Vrachtwagens die ik enkele uren eerder in Hat Sa zag vertrekken stonden er ook te wachten, en ik vreesde voor een lang oponthoud. Maar al bij al viel het nog mee. Enkele uren later waren we weer onderweg naar Phongsali.
Hat Sa-haven

Hat Sa-haven 2

bulldozer kijken

bulldozer kijken deel 2
Phongsali is tof. Maar eigenlijk ik er niks te beleven. Het is een provinciehoofdstad net ongeveer 14000 inwoners. Het ligt op een hoog plateau op ongeveer 1500 meter hoogte. Je hebt er een heel mooi zicht over de omliggende bergen en wouden. Rond Phongsali bevinden zich heel wat kleine dorpjes met minoriteitengemeenschappen.
Uiteindelijk vonden we een bankcontact, dus de Fransman zijn probleem was opgelost en ik kreeg mijn geld terug. De eerste avond gingen we een wandeling maken, en oh wat zag Steven? Twee badmintonnende mensen. Ik vroeg of ik mocht meedoen. Geen probleem. Ze nodigden me uit om om 17.00 u mee te komen spelen in de lokale sporthal. Wat ik natuurlijk meteen zag zitten. Zo gezegd zo gedaan, om 17.00 u stond Steven paraat met zijn racket in de hand. Het ging er losjes aan toe. Een paar spelers arriveerden met de sigaar in de mond. Maar er liepen ook een aantal fanatiekelingen rond, die elke dag kwamen spelen. Tjonge jonge, wat een techniek. Trouwens met ganzen-pluimen spelen is toffer dan met plastieken shutles. De badmintonclub heeft mij ertoe aangezet om wat langer in Phongsali te blijven. Ik ben er uiteindelijk 5 nachten gebleven, en ben haast elke dag gaan badmintonnen. Je maakt er wel grappige dingen mee. Ik was net een dubbel-spel bezig, toen er iemand de zaal kwam binnengewandeld. Zonder schroom wandelt hij in het midden van een wedstrijd het veld op. Eerst dacht ik dat het een drugsverslaafde was. Hij begroette iedereen met een boedha-groet. Hij liep meermaals pardoes in het net. Zijn ogen stonden op half zeven. Toen hij uiteindelijk weg was, vroeg ik om uitleg aan een medespeler. Bleek dat het de lokale dorpsgek was, die met een stuk in zijn voeten even was langsgekomen....

De Fransman is ondertussen vertrokken. Maar ik heb enkele nieuwe mensen ontmoet. Peter, een Australier van 51, maar nog bijzonder jong van geest, die de hele wereld heeft afgereisd, en Simon de hippie uit Montreal, en 'dikke Tony' uit Barcelona. Het is een grappig gezelschap. Een dag ben ik met Peter naar een minoriteitendorpje gewandeld, en wat me hier vooral opviel in de bergen; Vlinders. Ongelofelijk, in alle vormen en kleuren, ik heb zelfs een vlinder gezien met een spanwijdte van 25 cm, gene zever. Verder hebben we nog een berg in de buurt beklommen en een thee-fabriekje bezocht.
Een andere avond zijn we met enkele locals op stap gegaan. Naar de karaoke-bar, ole ole...
Veel engels-talige liedjes hadden ze niet. Maar oh we, wat zagen we daar.... Master of pupits van Metallica. Super. Dus Tony, Simon en ik Metallica aan het brullen in de karaoke-bar. Even later komt onze lokale metgezel zeggen, dat de andere bezoekers schrik van ons hebben..... grappig
badminton

vlinder 1

uitzicht

rups 1

mega-vlinder (ik schat zeker een halve kilo)


in het minoriteitendorpje

de waterbuffel uitlaten

deel 2

en uiteindelijk stoppen aan een badplaats

vlinders

markt van Phongsali

kermis van Phongsali

Phongsali city
Na Phongsali zette ik mijn reis verder richting Luang Prabang, alwaar ik Toon uit Hasselt zou ontmoeten. En weer van dat. Daarna reis ik stilaan terug naar Bangkok om daar Manuel van Leuven te ontmoeten en om mijn visum voor India te regelen. Ik vertrek dan rond eind juli voor mijn volgende avontuur; India....

onderweg naar Luang Prabang

onderweg naar Luang Prabang



zondag 3 juli 2011

Dong Ha, Dong Hoi, Ninh Binh, Hanoi, Trung Tien en Dien Bien Phu - Vietnam

Hoi Hoi, hier zijn we weer.
Waar was ik ook alweer gebleven? Ik geloof in Dong Ha. Dong Ha is een klein kuststadje, dicht bij de zee en dicht bij de vroegere grens tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Hier is dan ook serieus wat afgevochten geweest in de Vietnam-oorlog. Ik ben al blij wanneer ik zie dat hier haast geen toeristen aanwezig zijn. De open-tourbussen stoppen enkel in Hue en Hanoi. De reden dat we hier gestopt zijn is om de Vinh Moc tunnels te gaan bezichtigen. Een klein vissersdorpje zag zich tijdens de oorlog genoodzaakt om zich volledig in te graven, tot 15 meter diep. Ze sliepen 's nachts onder de grond. Kinderen werden er geboren, en de dorpelingen hielpen de Vietcong om 'den Amerikaan' te verslaan. In het kleine museum konden we zien hoe het er aan toe ging in het dorpje onder de grond.

Steven in het museum

onderweg naar de tunnels, de reistoogst is begonnen
Van Dong Ha ging het naar Dong Hoi. Ons guesthouse wou ons afzetten door ons een heel duur busticket te verkopen. Gelukkig hadden we ons ergens anders geinformeerd en daar vertelden ze ons om gewoon een bus te stoppen en erop te springen. Dus dat deden we. Het was inderdaad een stuk goedkoper. De bus zat vol met lokale Vietnamezen. Ze keken nieusgierig in onze richting. Ik kreeg al meteen een waterpijp aangeboden en een hand vol lichies. Toffe ontvangst. Eerst dacht ik dat ze opium aan het roken waren (mama gene paniek...) want er was er ene die zijn ogen op half zeven stonden, maar het blijkt toch van niet. Het bleek donkere tabak te zijn wat ze trouwens overal in Vietnam met de waterpijp roken.

de lokale bus

Steven met achter mij een rondje waterpijp
In Dong Hai zijn we naar grotten gaan kijken. We hebben er een berg beklommen en wat bootje gevaren. Het uitzicht is er oogverblindend. Karstrotsen, kleine dorpjes, reistvelden....allemaal heel schoon......
Verder nog goede vis gegeten in Dong Hoi. Je hebt er restaurants op het water liggen, met grote netten in het water, waar je zelf je verse vis kunt uitkiezen. Zeer lekker.

Kapriolen van kinderen aan de oever

schippers





de haven van Dong Hoi
In Ninh Binh hebben we een boottocht gemaakt tussen de reistvelden en de karstrotsen en hebben we een motortocht naar een natuurpark gemaakt. Hier heb ik de mooiste landschappen van mijn leven gezien. Onderstaande beelden spreken voor zich. 1 dag zijn we moeten binnenblijven omdat er een typhoon voorbij kwam geraasd. En dan maar in Zonhoven centrum klagen als het eens een beetje heeft geregend en het centrum blank staat....Verder ben ik naar de kapper geweest. Het is hier ook de gewoonte dat de kapper uw oren zuiver maakt. Met allerlei gekke instrumenten bewerkt hij de binnenkant van uw oor. Ik heb gepast voor deze behandeling. Echt smakelijk was het ook niet. Al de prut veegde hij af aan de leuning van de kappersstoel....
Mijne kapper in Ninh Binh

de markt, 3 eenden wachten op hun executie


dẹ roeiers gebruiken hun voeten; komisch





mooie rots

reist is klaar voor de oogst

rijstoogst
Nadien zijn we naar Hanoi doorgereisd. Hanoi is een bruisende stad. Neen, dat is te zacht uitgedrukt. Wanneer Bangkok Spa Bruis is, dan is Hanoi een fles cola met een koppel smarties erin. Ik ben er 2 nachten gebleven, en dat is meer dan genoeg. Je wordt er op de duur knettergek. Constant toeters en bellen, 1,2 milioen motorfietsen, geen verkeersregels, een verschrikkelijk slechte lucht om in te ademen.... trop is trop
We hebben een traditioneel Vietnamees waterpoppentheater bezocht en de fameuze tempel of Literature. We wilden ook Ho Chi Minh een groet gaan brengen bij zijn laatste rustplaats in zijn mosuleum, maar hij was niet thuis. Ik denk dat zijn lichaam voor een onderhoudsbeurt naar Rusland verscheept is. Ho Chi Minh, een intrigerend persoon. Hij was verantwoordelijk voor de invoer van het communisme en het verslaan van de Franse bezetter. Hij is dan ook volksheld numero uno. Vreemd als je de Vietnamezen voor zijn standbeeld ziet knielen en bidden.
poppemiekes ín Hanoi

Ho Chi Minh bedevaartoord

the temple of literature

deel 2

deel 3

deel 4
Na de drukte van Hanoi, tijd voor rust. En dat vonden we in Dien Bien Phu. Een hele mooie streek in de bergen van Noord-Vietnam. Geen toeristen ook. Die verkiezen allemaal het populaire Sapa, iets noordelijker van hier. We verblijven in een homestay. Supergoedkoop. 2,5 dollar per nacht. We slapen op een dun matrasje op de grond, in een grote slaapzaal op stelten, te midden van de reistvelden. s nachts hoor je de ratten overal rondom je kruipen. Mijn muskietennet gaf me echter een voldoende beschermend gevoeld om me van dit geritsel en gewriemel weinig aan te trekken. We hebben een wandeltocht gemaakt door de reistvelden. Prachtige omgeving. Vanaf de middag moesten we noodgedwongen binnenblijven omwille van de regen. Het regenseizoen is volle bak bezig. In het cafeetje waar we voor de regen schuilden, werd ik door wat jonge gasten uitgenodigd om mee te drinken en te eten. Sprinkhanen en tofu, en bier. Het was een heel gezellige namiddag.

een eendenboer

 geoogste reist, gestokkeerd


eindelijk eens een vlinder voor de lens

en een dikke spin ook


geroosterde sprinkhanen, het is eens wat anders dan chips bolognaise

5 broers en 1 vriend aan het bier en aan de sprinkhanen, het was een fijne namiddag


Uiteindelijk zijn Marion en ik elk onze eigen weg gegaan. En ik zet mijn weg verder richting grens met Laos, want mijn visum verloopt over enkele dagen. Na een tussenstop in Son La ben ik nu in Dien Bien Phu terecht gekomen en plan ik om morgen de grens met Laos over te steken. Ik kijk met gemengde gevoelens terug op Vietnam. Enerzijds een prachtig land, vooral het Noorden, anderzijds zijn het zo een gehaaide mensen, met dollartekens in hun ogen. Vreemd want ik dacht dat dit niet strookte met het communistisch gedachtengoed?
Ze lijken wel meer kapitalistisch dan de echte kapitalisten. Alleszins, ik ben op 1 of andere manier blij dat ik hier kan vertrekken.

gegroet,
uw reporter ter plaatse
vanuit Dien Bien Phu - Vietnam

Steven