dinsdag 24 mei 2011

Duiken op Ko Tao - Tailand en Angkor Wat Cambodia

Hallo,


Na Myanmar zijn we een aantal dagen in Bangkok blijven plakken. Enerzijds om wat uit te rusten en anderzijds om de vriendin van Beata op te wachten. Zij komt Beata vergezellen tijdens de laatste 3 weken van Beata's reis. Tijdens deze rustdagen in Bangkok hebben we Siam-square bezocht. Het moderne Bangkok met ontelbare shoppingcentra en met zijn indrukwekkende skyline. Enkele jaren geleden hebben ze een bovengronds treinspoor aangelegde om de verkeersproblemen wat te verzachten.
Skytrain in Bangkok


Skytrain van op straat
Toen we op Siam Square ergens een pizza wilden steken, kregen we van de manager van de pizeria een geweldig aanbod. In ruil voor een fotosessie van ons voor op hun nieuwe website en reclamebrochure, mochten we zo veel eten als we konden. Dat konden we natuurlijk niet weigeren....

gratis pizza eten
Even later gingen we naar het grote centrale park. Daar zat een man de vissen te voederen. Hij had een grote zak met oud brood bij zich. Tjonge jonge, wat zat er veel vis op die vijver. Mijn aandacht werd getrokken door een ander dier dat de man aan het voederen was. Een schildpad.... Interessant.... Ik ging dichterbij een kijkje nemen. Plotseling komt daar een varaan van 2 meter naar boven om een pistole te komen meeëten. Was me dat even verschieten. Naar het schijnt zitten er nog vele groteren varanen in de vijver. Trouwens als zo een beest je bijt, dan ik het onherroepelijk met je gedaan. In het speeksel van de varaan zitten zoveel schadelijke bacteriën dat je eraan sterft.

de varaan en de pistole
de reuzengekko, kanibaal want eet ook andere gekkos
Nu we toch over beestjes bezig zijn. Die zitten hier in overvloed. Deze reuzengekko (30 cm) kwam ik tegen in een bungalow. Hij maakt een gek geluid. Hij roept steeds; 'gekko - gekko'. Hij eet alles wat hij te pakken kan krijgen. Veel insecten maar ook kleinere gekko-soorten. Zoals op de foto hieronder. Daarom worden gekko's aangetrokken door licht. Daar kunnen ze gemakkelijk insecten vangen. Ik vind het dan ook heel fijn om s avonds gewoon ergens in een hangmat te liggen en te kijken hoe de gekko's insecten jagen. Toffe beestjes... Verder heb ik al veel dieren in mijn slaapkamer of bungalow mogen ontvangen; mierennesten, gigantische spinnen, kakkerlakken, een rat, een pad, kat, gekko's en een kip. Ik ben benieuwd wat ik nog allemaal ga tegenkomen.
een kleinere gekko-soort

Na Bangkok is Beata met haar vriendin naar Maleisië getrokken en ik ben richting Ko Tao gereisd om mijn duikbrevet ''open water'' te behalen. Ko Tao is een mooi eiland, aan de oostkust van Thailand. Niet te groot, niet te toeristisch. Het is het Mekka voor de duiksport, of voor personen die een duikbrevet willen behalen. Je hebt er veel concurentie van duikscholen wat de prijzen serieus doet drukken. Ik betaalde minder dat 250 euro voor 4 dagen opleiding, en 4 duiken. Mijn verblijf kreeg ik er gratis bij. Het duiken was heel fijn. De eerste dag krijg je voormiddag theorieles. In de namiddag mag je al dadelijk gaan proberen in de zee. We gingen met de boot naar de Japanese gardens. Hier is de zee niet zo diep, je hebt er veel rotsen onder water en ook wat koralen. Je ziet er veel vissen. Je leert wat je doen in noodsituaties. Bijvoorbeeld heel je duikgerief uitdoen op 18 meter diepte. Je duikbril afdoen en terug opzetten, en met lucht het water uit de bril blazen. Plezant allemaal. Het zicht is hier ook formidabel. Je kan hier tot 25 meter onder water zien. Verder ook heel wat bijzonder onderwater fauna en flora kunnen aanschouwen. De redelijk zeldzame grote groene zeeschildpad, een murene, zeepaardjes, geloof ik, de gevaarlijkere triggerfish, de stingray....
Maar het grootste hoogtepunt beleefde ik de laatste dag op Ko Tao. Ik had mijn duikinstructrice gevraagd om me naar Chark Bay te brengen. Ik de vooravond kan je daar heel veel kleine haaitjes treffen, die daar aan het rif komen jagen. We kwamen rond 16 u aan op het verlaten stand van Shark Bay. Luke Mee, de instructrice had geen zin in snorkelen. Ze vertelde me om naar de oranje boei te zwemmen. Dan zou ik zeker wel haaien tegen komen. Het was een heel stuk zwemmen tot aan de boei. Ik schat een half uur. Het was zo prachtig onder water. Koralen en rotsen, zeeëgels en scholen vissen, die je onder water zelfs hoort eten. En plots waren ze er, de haaien. Niet zo groot, en volledig ongevaarlijk. Ik schat een meter of 2. Super. Ik voelde me zo op mijn gemak. Volledig 1 met de zee. Ik kon wel uren blijven zwemmen, zonder moe te worden. En plots zag ik daar een gigantische groene zeeschildpad, (hij moet dicht bij de 2 meter geweest zijn.) wier en algen etend op de bodem. Af en toe moest hij naar boven komen om te ademen. Ik zwom er dan naartoe en kom hem van vlakbij bekijken. Het dier staarde me met zijn grote ogen aan. Ik probeerde hem bij zijn schild te pakken, en even een ritje te maken, maar dat zag hij blijkbaar toch niet zo zitten, want hij stak een versnelling bij, en weg was hij, terug naar de bodem waar ik hem niet kon bereiken. Het begon al wat te schemeren, dus tijd om terug naar de kust te zwemmen. Wat een magische gebeurtenis.

Ko Tao in de verte
de duik-regio met the Japanese gardens onder water
Een mooi uitzicht vanaf de duikboot
Shark-bay, met in de verte de oranje boei
 Na de duikavonturen ben ik via Bangkok richting Cambodia gereisd. Cambodia is een arm land waar in de jaren zeventig en tachtig een ware genocide heeft plaatsgevonden. Een vierde van de bevolking is er toen uitgemoord door de rode Khmer. Wie er meer over wilt weten raad ik aan om ''a river of time" van John Swain te lezen. Heel interessant, het boek geeft een goed beeld over wat er zich tijdens de Vietnam-oorlog en na de val van Phom Phen -de hoofdstad van Cambodia- in 1979 heeft afegspeeld. Aanrader.
Eerst ben ik naar Siem Riep gereisd om de tempels van Angkor Wat te gaan bekijken. De Kmer kunst en architectuur worden algemeen aanschouwd als de mooiste kunst en architectuur van Zuid-Oost Azie. Ik heb er 3 dagen voor uitgetrokken. Allemaal heel schoon, jammer genoeg kan ik het mij allemaal niet inbeelden hoe het er vroeger heeft uitgezien. Ik weet ook niet genoeg van de vroegere culturen, godsdiensten en hun kunst, dat is allemaal nogal ingewikkeld. Maar goed, ik heb het gezien. De mooiste tempels vond ik die van Ta Prohm, omwille van het feit dat deze volledig bewaard is gebleven zoals ze heb herontdekt hebben. Dit wil zeggen, volledig omhuld door de jungle, met woudreuzen en gigantisched wortels. Indiana Jones zou er zich thuis gevoeld hebben.
In Siem Riep, overigens geen leuke stad, want je wordt er constant aangeklampt door tuc-tuc drivers of door hardnekkige verkopers en restauranthouders, kwam ik Erik de Nederlander weer tegen, die ik in Laos op een trekking heb leren kennen. We besloten om een tijdje samen te reizen.
Op culinair gebied was Siem Riep wel de moeite. We hebben er een lokaal restaurant ontdekt met lekkere Cambodiaanse gerechten. Zo ben ik grote fan geworden van de gegrillde rundsschotel met groeten en rode mieren. Je ziet de mieren zo tussen je groenten steken. Het zijn van die dikke sappige mieren en het geeft een zurig smaakje aan de saus. Een aanrader.
Na Siem Riep was het terug tijd om de toeristische plaatsen vaarwel te zeggen en de jungle te gaan verkennen. Maar dat lezen jullie volgende keer.

Groetjes
Steven




Angkor wat


Zuidelijke poort van Angkor Tom

Bayon tempel





Ta Prohm tempel

Ingang Ta Promh tempel


Banteay Shrei tempel




meisje dat kaartjes verkoopt

donderdag 5 mei 2011

Myanmar deel 3; waterfestival + Bagan

Hallo,

Blijkbaar is er een deel van mijn vorige post verloren gegaan. Ik denk dat het allemaal wat te veel was voor 1 post. Vandaar hier het 3de en laatste deel van de Myanmar-triologie.
de boedha grot

waterval 1 en waterpretpark

waterval 2
natuurpark in de buurt van waterval 2

Na Pyin Oo, was de tijd van het waterfestival aangebroken. The place to be voor het waterfestival is Mandalay. Een relatief jonge stad, gebouwd rondom een immens paleis. Het is de tweede grootste stad van Myanmar met ongeveer 1 miljoen inwoners. Je hebt er redelijk wat invloed van India. Verder is het een ruime stad, met brede lanen, die langs de grote slotgracht van het paleis gelegen zijn. Hier bevindt zich het episch centrum van het waterfestival. Rondom de slotgracht op de brede laan staan 10-tallen podia opgesteld, met elk hun eigen DJ of live-optredens. Grote pompen voorzien de mensen op het podium van water. Soms wel honderd mensen op het podium spuiten dan de mensen die op straat passeren nat met hun tuinslang of brandslang. De jeugd wordt daar wild van.... Gedurende 4 dagen rijden er trucks en open jeeps rond, volledig gevuld met jeugd. Ze rijden van podia tot podia om te dansen, nat te worden en zelfgestookte rum of wiskey te drinken. Na een paar uur zijn de straten veranderd in kanalen.De eerste dag werden we uitgenodigd om op een podium te komen feesten, en waar we ons helemaal mochten laten gaan met de tuinslang. Ik kon een brandslang bemachtigen. Veel toffer.....De tweede dag van het waterfestval geraakten we aan de praat met 3 oudere Birmezen. Ze nodigden ons uit om in hun jeep mee te rijden, en lekker nat te worden. Ze stelden ook voor om ons de volgende morgen te komen oppikken aan ons guesthouse. We stemden toe. De volgende morgen met een 3-tal Birmezen op pad. Ze hadden een ware metamorfose ondergaan. Hun oude kleren hadden ze gewisseld in een mooi hemd en stoffen broek. Hun mooiste gouden kettingen en andere juwelen hadden ze voor de gelegenheid ook maar boven gehaald. En dan maar rondrijden, van podia tot podia. Af en toe een pitstop aan een 'bierstation' (zo wordt een pub in Myanmar genoemd). Wanneer ik iets wilde betalen, weigerden ze dit. Namiddag zijn we samen naar een karaoke bar gegaan, waar ze luidskeels de Myanmar popsongs meezongen. Om 1 of andere reden vonden onze Birmese vrienden dat Beata op Shakira leek. We werden dan ook verplicht om Shakira te zingen, dat nummer van de wereldbeker in Afrika. Ik heb het maar op dansen gehouden. Stilaan werd het duidelijk, dat we te doen hadden met een paar rijkere Birmezen. Zo werden we uitgenodigd om te gaan zwemmen in een zwembad aan een hotel. De eigenaar van het hotel was een vriend van hun. Als klap op de vuurpeil, boden ze ons een geschenk aan. Beata kreeg een longee, een soort van draperie, dat je als rok kunt gebruiken. En ik kreeg een kapiteinshoed. Ik kreeg de bijnaam 'Prince William, en Beata was Mandalay Chakira. En de mannen maar constant die Afrika-hit van Shakira zingen. Alleszins, het was een lange, mooie en vermoeiende dag. s Avonds zetten ze ons braaf aan onze guesthouse af en ze stelden voor om ons de volgende dag opnieuw te komen uithalen. We bedankten echter vriendelijk. 1 dag was genoeg geweest.
het waterfestival vanaf een podium

het publiek heeft er zin in

3 Polen op het podium

feestje bouwen met de brandslang
De laatste dag in Mandalay zijn we naar Mandalay Hill gegaan. Dit is een berg net buiten de stad, met een mooi uitzicht over de streek. De berg heeft een groot aantal pagodes op zijn flanken. Boven op de top van de berg geraakten we aan de praat met een jonge Boedhistische monnik, die iedere dag naar de top ging, met zijn Engels woordenboek bij de hand. Hij sprak er met westerlingen om zijn Engels te verbeteren, en wij kwamen wat meer te weten over de gebruiken en leefwijzes van de jongen monnik. Toen we s avonds aan onze guesthouse aankwamen stonden onze Birmese vrienden ons op te wachten. We vertelden hun dat we die avond naar Bagan zouden trekken. Ze leken een beetje teleurgesteld. Een familielid van 1 van de vrienden had een guesthouse in Bagan. We mochten er gratis verblijven als we wilden. Hun genereusiteit was net iets te groot, we weigerden dit aanbod, maar we wilden wel in het guesthouse verblijven. Ze belden voor een reservatie en ze regelden dat een taxi ons om 5 u s morgens van aan het station in Bagan naar ons guesthouse zou brengen. En dan het afscheid. Ze werden haast emotioneel. Zo zei er eentje; don't forget us....

Mandalay Hill, de mensen wilden met mij op de foto, en wat een plezier hadden ze erin

foto samen met 1 van de 'vrienden', rechts van mij, samen met zijn tante en nonkel
De treinrit s nachts naar Bagan verliep vlotjes. Toen ik ergens in de namiddag wakker werd, stond ik volledig vol uitslag. Beata net van hetzelfde en ze had er nog een keelontsteking bij van al het water en de natte kleren op het waterfestival. We dachten dat de uitslag misschien afkomstig was van vervuild water op het waterfestival, of misschien was het een voedselvergiftiging. Anyway, Beata vertrouwde het niet en we gingen naar het ziekenhuis in Bagan. Een grappige ervaring. 2 verpleegsters ontvingen ons, ze brachten ons water en een stoel. De dokter was een heel aimabele man, plezant om mee te praten. Over koetjes en kalfjes, zijn dokterskwaleiten waren een ander verhaal. Hij stelde ons een aantal vragen, ook af en toe eens een dwaze vraag. En alles in het breed noteren.  Beata moest op het bed gaan liggen voor het onderzoek. De dokter was nog bezig een opstel te schrijven, dus nam ik van de gelegenheid bebruik om te doen alsof ik de dokter was en Beata ging onderzoeken. Ik denk dat mijn onderzoek beter was dan dat van de dokter. Ik heb ten minste nog in de keel gekeken, het enige dat de dokter gedaan heeft was de bloeddruk meten. Hij heeft zelfs niet eens van dichtbij naar de uitslag gekeken. Daarna belde hij naar zijn collega om te vragen wat hij moest doen. Zijn conclusie was; uitslag door het slechte water en hij schreef Beata wat pillen voor zonder handleiding. Ik bedankte voor deze vuiligheid. Ik vond de uitslag nog draaglijk, ook al jeukte het serieus. Achteraf bleek dat de uitslag afkomstig was van bed-bugs die in de trein naar Bagan zaten.
Bagan dus;  Bagan is bekend omwille van zijn 4000 tempels die op een kleine oppervlakte bij elkaar staan. Je kan het haast vergelijken met Ankor Wath in Cambodia wat betreft cultureel erfgoed. We huurden een fiets en hebben op het gemakske 2 dagen tempels bezocht. Na 5 tempels is het voor mij goed geweest. Maar de zonsondergangen, gezien over de immense vlakte, met al die tempels aan de horizon blijven ongelooflijk mooi.

tempels, tempels en nog eens tempels


Steven en tante nonneke





 Na Bagan namen we de bus naar Yangoon. En Beata vertrok de volgende dag. Ik volgde haar 1 dag later, dan was mijn vlucht goedkoper. Mijn laatste avond was ook memorabel. Ik had nog ongeveer 10 euro in lokale munt. Ik wandelde door Yangoon en ontmoete een jonge Birmees. Ik stelde hem voor om samen te gaan eten op mijn kosten, het geld mocht op. Tijdens onze maaltijd vertelde hij zijn levensverhaal. Uiterst boeiend en het was een intelligente kerel. Hij was 33 jaar oud. 13 jaar geleden zegde hij zijn familie vaarwel. Hij kon een doodcertificaat bemachtigen, veranderde zijn naam en ging ondergedoken in Yangoon leven. Hij zit in een soort van netwerk dat allerhande acties doet tegen het regime. Hij was bereid om zijn leven te geven. Na de maaltijd nam hij me mee naar zijn verblijfplaats in een Boedhistisch klooster. Hij liet me zijn brieven zien van vrienden over de hele wereld. En verder enkele stickers (zie volgende foto) die hij overal verspreidde. Zo vertelde hij dat hij heel vroeg in de morgen op de grote bel van de Shwedagon pagode, (DE toeristische trekpleister van Yangoon) volledig met stickers had bedekt, de politie kwam achter hem aan, maar hij kon nog net ontkomen. Het probleem was, hij had geen geld meer voor lijm. Ik heb hem heel wat dollars gegeven zodat hij de rest van zijn leven lijm genoeg heeft om zijn stickers te plakken. We namen afscheid, en ik heb nog steeds contact met hem.
De volgende morgen nam ik de vlieger naar Bangkok en ik keek met een bevredigend gevoel terug naar de afgelopen maand in Myanmar. Wat een geweldig land met fantastische inwoners.
stickers van de nobelprijswinnaar voor vrede, Aung Sun Shee

woensdag 4 mei 2011

Myanmar; deel 2: Birmese days

De volgende morgen stonden we om 5 uur op, om de bus naar Mandalay te nemen. Nog niet goed wakker, kropen we op de bus. Het was nog donker buiten, en redelijk frisjes. We waren nog maar net vertrokken, en de busdeur bleef open staan. Ik dacht; ik doe de deur dicht, want het trekt hier serieus in de bus. Dus Steven doet de deur dicht. 5 minuten later, in volle vaart, zie ik iemand voor de gesloten deur bengelen, teken gevend om de deur open te doen. Blijbaar zat deze man de hele tijd op het dak om de bagage daar vast te binden. Maar geen probleem, hij kon met het voorval lachen.
Onze bus was in verschrikkelijke staat. Je kent dat, een sovjet-bus van voor de 2de wereldoorlog. Het eerste gedeelte van de trip liep door de bergen. Op het hoogste gedeelte moesten we stoppen om de remmen te koelen. We waren niet de enigen die er stopten voor een pitstop. Alle andere auto's en trucks die er passeerden, stopten er om de motor en/of de remmen te koelen.
remmen checken
motor koelen

en maken dat je wegkomt
tanken

Na de remmen gekoeld te hebben en de afdaling ingezet te hebben, tijd voor een tweede oponthoud. Door de remmen van de bus te snel af te koelen, waren de remschijven scheef getrokken. Maar geen nood. Een stevige hamer bracht soelaas. 16 u later, 2 platte banden en een gesprongen distributieriem verder, bereikten we Mandalay. Mandalay was maar een tussenstop van 1 dag. Zo konden we wat uitrusten van de trip en ons bevoorraden voor de volgende treinrit. Het plan was om met de trein naar Myitkyina te trekken. Dit is zowat het meest noordelijke punt van Myanmar dat je als toerist kan bereiken. Hier komen haast geen toeristen, en de wegen en spoorwegverbindingen zijn er zo mogelijk in nog slechtere staat.
Naar dit stuk van de reis heb ik lang naar uitgekeken. Het avontuur en verwondering kan nu pas echt beginnen.
De treinrit deden we zoals gewoonlijk 'lower' class. Deze keer zat de trein volledig afgeladen vol. Niet verwonderlijk, over een dikke week beginnen de waterfeesten gevolgd door het Birmees nieuwjaar. Veel mensen zijn dan ook onderweg naar familie of naar hun geboortedorpen. Deze keer was het haast compleet onmogelijk om van wagon tot wagon te verplaatsen. De enige mogelijke manier was door het beklimmen van de zetels en rugleunigen. Tegenover mij in de trein zaten 2 Birmezen, eentje zag er gezond uit. De andere iets minder. Hij liep op krukken, en 1 voet -zijn slechte- was in verband gewikkeld. Zijn goede voet, waar hij op steunde zat volledig onder de zweren. Blijkbaar jeukte het ook heel fel, want hij zat de hele tijd aan zijn zweren te krabben. Als ik binnenkort lepra krijg, dan weet ik wie mij aangestoken heeft. Al bij al was het een toffe treinreis, er was een restauratiewagen, waar je bij tijd en stond een pint kon drinken of een maaltijd verorberen. De trein baande zich een weg door hele mooie landschappen. Bergen in de verte, rivieren en grote vlakten doorkruisend. Het leek bij wijlen wel op een dor Afrikaans landschap. Je zag soms uren geen dorpen of mensen.
Een verder hoogtepunt van de treinreis was de stop in Kampun. Dit was een klein dorpje waar de trein voor de eerste keer halt hield. Alle dorpelingen waren aanwezig om de trein te begroeten. Gekleed in traditionele klederdracht en voorzien van vreemde muziekinstrumenten werden we door hen begroet. En iedereen weer goed geluimd en met een lach op het gezicht...
markt in Mandalay

treinrit naar Myitkyina

treinreizen; lower class

ontvangst in Kampun

feest
In myitkyina is niet bijster veel te beleven. Het is eerder een kleine industiestad waar veel Chinese gastarbeiders vertoeven. Qua bezienswaardigheden stelde de stad niets voor. We verbleven in 1 van de 2 guesthouses waar buitenlandse toeristen mogen verblijven; de YMCA. De bijbel lag in iedere kamer klaar voor de geinteresseerden. Tegenover ons guesthouse was de rosse buurt, de plaats waar de gastarbeiders een vrouw komen scoren. Wanneer ze het mij niet verteld hadden, was het me nooit opgevallen. De prostituees zien er uit als normale meisjes. 1 dag hebben Beata en ik een motor gehuurd en zijn we wat gaan rondrijden. We zijn hier de toeristische attractie. Iedereen staart ons aan, kinderen moeten lachen als ze ons zien... We reden richting een dorp op  ongeveer 20 km van Myitkyina. Wat we onderweg tegenkwamen vond ik uitermate interessant; goudmijnen. In verschillende groeven werkten telkens een stuk of 8 mijnwerkers. We leidden ons zelf rond tussen de verschillende groeven. Blijkt dat ze ongeveer 1 gram goud per dag wonnen. De beste goudgroeven hadden een opbrengst van 3 gram goud. De groeven worden uitgebaat door chinezen, de meeste arbeiders waren Birmees.
baterijen sleuren

mijngroeven

rustende mijnwerkers

mijnwerkers in actie
De volgende dag begonnen we met het plan waarvoor we eigenlijk naar Myityina gekomen waren, namelijk de aftocht per boot van de Ayeyarwady. De Ayeyarwady is een hele grote rivier die in de Himalaya ontspringt, en 2170 km verder in Myanmar in de zee uitmondt. De aftocht is een belevenis op zich. Het leven rond een rivier is op zijn minst te omschrijven als 'interessant'. Overdag vaarden we met de boot en aanschouwden we wat er zich op en rond de rivier allemaal afspeelde, afgewisseld door een dutje of een boekje. s Avonds verbleven we 1 nacht in een klein dorpje, en we maakten ook 2 stops in de grotere riviersteden, Bhamo en Katha. In Bhamo zijn we 2 nachten gebleven, en hebben we een Birmese gids aan de haak geslagen. Dit is de enige manier om hier dingen te bezoeken buiten het centrum. Toeristen moeten begeleid worden door 'bevoegden'. Ik verdenk onze gids er trouwens van dat hij goede connecties heeft met het regime. Hij was behoorlijk rijk en hij was al 35 jaar bezig met zijn levensdroom; een helikopter bouwen. De helicopter stond in zijn living, het enige wat ontbrak was de motor. Hij was nu 2500 euro aan het sparen voor een chinese motor. Tijdens de dag met de gids aan onze zijde, hebben we een fiets gehuurd en zijn we naar 'meditation hill' gefietst. Daar hebben we in een klooster gegeten en namiddag wat dorpjes in de buurt van Bhamo bezocht. Telkens opnieuw wijde ogen en lachende mensen als ze ons zien.
2 Birmezen wachtend aan de oever

onze eeste boodtrip vertrekkend in Myityina

3 personen afgezet aan de oever, in the middle of nowhere


onze kapitein

monnikken aan het werk nabij meditation hill

onze gids met zijne helicopter

fietsen aan de oevers van de Ayeyarwady

Steve Stunt

een non zeeft rijst
bruggen worden hier met bamboo gebouwd, tijdens de moeson spoelen ze ieder jaar weg


balonnen

de buffel uitlaten
Na Bhamo zijn we met een grote rivierboot richting Khata gevaren. Khata is de stad waar George Orwell, de bekende schrijver, een tijd verbleven heeft toen hij legerdienst deed in Myanmar. Je kan hier de oude koloniale gebouwen, van in zijn boek 'Birmese days', nog allemaal bezoeken. De aftocht van de rivier duurt ons iets te lang. Wanneer we met met de grote rivierboot zouden doorvaren, zouden we nog 2 volledige dagen op de boot moeten zitten vooralleer we Mandalay bereikten. We besloten met de bus naar Mandalay te gaan. Ook een avontuur...
ons cruise-schip

wanneer de zon niet scheen, was het goed vertoeven op het dek

onze verblijfplaat in de boot; iedere passagier had 1.5 vierkante meter waar hij zijn mat kon spreiden

een verdwaalde koe op de markt in Khata
De busrit van Khata naar Mandalay zal me nog lang bijblijven. In eerste instantie had ik er een goed gevoel bij. De bus zag er degelijke uit, met stevige banden. Het bleek toch niet zo te zijn. We waren nog niet goed vertrokken of we hadden al platte band. Gelukkig waren er 2 busassistenten aanwezig. Ik heb nog nooit iemand zo gezwind een band zien vervangen. In de bergen kreeg de motor van onze sovjet-bus het toch wel moeilijk. De liters koelwater werden opgebruikt, maar nog steeds was de motor oververhit. Dan maar wachten op een passerende goede ziel die ons van water kon voorzien. Wegen zijn hier niet. Enkel zand met putten. De meeste bruggen zijn zo onstabiel, dat de chauffeur verkiest om door het water te rijden. Dan gaan de 2 assisten de bus vooraf en kijken ze waar de bus het beste de rivier kan oversteken. Trouwens, respect voor de chauffeur. Hij heeft 30 uur constant gereden, af en toe een stop uitgezonderd, al kauwend op bettelnut bladeren voor extra energie.
panne nummer zoveel

de bus geraakte de helling niet op. Iedereen moest te voet de berg op, en de bus volgde ons

panne nummer zoveel +1
Nu waren we terug in Mandalay aangekomen. We hadden nog 3 dagen vooralleer het waterfestval van start ging. Tijdens het waterfestival wilden we heel graag in Mandalay zijn om wat te feesten. Zodus hadden we nog 3 dagen tijd om andere plaatsen te verkennen. We besloten om de bergen in te gaan, niet zo ver van Mandalay. Bovendien is het daar koeler, want in Mandalay waren de temperaturen niet te harden. Zodus wij naar Pyin Oo Lwin. Een kleine stad in de bergen, en een militaire stad. Het staat bekend als het opleidingscentrum van de junta. Wat ons het meeste opviel was dat deze stad ons veel rijker aandoet dan de andere steden die we tot nu toe in Myanmar gezien hebben. De militairen zullen er voor iets tussen zitten. In Pyin Oo hebben we 1 dag een groot park bezocht, bekend om haar botanische tuinen. Zo kort voor nieuwjaar en de waterfeesten zijn heel wat (rijkere) Birmanen vrij. De uitgelezen gelegenheid om een een park te bezoeken. Wat maakt dat wij de grote attractie waren in het park. Mensen kwamen ons vragen om samen op de foto te mogen. Zo ook een bende jonge monnikken die een daguitstap aan het maken waren.
De volgende dag hebben we een scooter gehuurd en zijn we naar de bezienswaardigheden van de streek gaan kijken. 2 watervallen en 1 grot met een hoop budha's erin.
met de monnikken op de foto

paard en koets is nog een vaak gebruikt vervoersmiddel in Myanmar

Steven met de goorste soep die hij ooit gegeten heeft
Beata

deze vriend heeft geluk gehad dat ik hem voor het vertrekken gezien heb