maandag 28 februari 2011

avotuur 8; Luang Prabang

Hallo iedereen,

Vandaag is het zo warm dat ik even wat kom uitrusten achter de pc. Ondertussen dan ook maar een woordje over Luang Prabang. Luang Prabang was tot 1975 de hoofdstad van Laos en wordt algemeen aanschouwd als de meest idilische bergstad van Zuid-Oost Azie. Er leven hier ongeveer 50000 mensen. Een kleine stad dus. Buiten de mooie tempels en kloosters, is het hier ook fijn en goedkoop om uit te gaan. Nieuwe mensen leren kennen is heel heel gemakkelijk.
Eergisteren ben ik naar de disco geweest. Dat was best wel lachen. 90% van de bezoekers zijn Lao. De overschot is toerist. De disco ligt een stukje buiten de stad, dus eerst met de tuc-tuc naar daar gebold. En weet je wie we daar in de disco tegenkwamen? Onze vriend de Lao-homo. Ik heb trouwens van een Engelsman gehoord dat hij ook door dezelfde kerel lastig gevallen is. Straf.... Alleszins, die disco was wel tof, alleen sluit de keet veel te vroeg. Tegen 1 uur is het sluitingstijd, en in de pubs en restaurant vliegt iedereen tegen 23 uur buiten. Het laatste half uur stoppen ze met muziek draaien en wordt er een reuze karaoke georganiseerd met lokale Lao-muziek. Echt wel lachen.
Nieuwe tempel nabij koninklijk paleis

de tuinen van het Koninklijk Paleis, inclusief tempel in zijne hof

Verder heb ik 1 dag uitgetrokken voor de culturele bezienswaardigheden te bezoeken. Ik heb de afgelopen weken al heel veel tempels gezien. Ze komen mij bijna de keel uit, maar ik moet toegeven, de tempels van Luang Prabang zijn echt wel schitterend. Verder heb ik ook het voormalig Koninklijk Paleis bezocht, dat 25 jaar geleden omgevormd werd tot nationaal museum. Fotos trekken mocht hier niet, jammer want er liggen hier voor een kapitaal aan schatten tentoon gesteld. Ook tref je hier lokale muziekinstrumenten, oude boedhabeelden, dansmaskers, geschenken van andere naties, speciale dansmaskers, wapens en de koninklijke vloot aan wagens.

Wat Xieng Thong; bouwjaar 1560, de mooiste tempel
dezelfde tempel, met centraal een mozaiek van een wensboom en let op de prachtig uitgesneden vergulde deuren



Gisterenavond was ik door de straten aan het wandelen en stuitte ik op een schooltje (denk ik) waar zich 3 badmintonpleintjes bevinden. Ik ben dadelijk mijn wandelschoenen gaan aandoen, want op sletsen gaat badminton spelen niet zo goed, en heb er een dubbeltje gespeeld. Aan enkelspel ga ik me hier niet wagen, want het is hier veel te warm. Vanavond heb ik opnieuw met de lokale Lao afgesproken, ze gaan me ook naar een sportwinkel brengen om een racket te kopen. Ik kijk er al naar uit. Hier loopt trouwens heel wat (vooral vrouwelijk) badmintontalent rond.
spelende kinderen in de rivier Nam Khan, zijrivier die ik plan op te varen

Vandaag ga ik van guesthouse veranderen. Ik slaap nu al de hele reis in private rooms en nu heb ik te horen gekregen dat hier in de buurt een guesthouse met een dorm-room is. Het lijkt me leuker om met 8 op 1 kamer te liggen. Je leert dan gemakkelijker nieuwe mensen kennen en bovendien heb ik oorstopjes. De prijs bedraagt er 3,5 euro per nacht, ontbijt inclusief.
Ik weet niet hoe lang ik hier nog ga blijven. Het hangt een beetje van de mensen in de guesthouse af en ik heb echt wel zin om een aantal avonden te badmintonnen. Morgen ga ik denk ik de watervallen hier in de buurt bezoeken en daarna plan ik om met de boot een zijrivier van de Mekong op te varen. Opnieuw de bergen in. Daar wil ik gaan rotsklimmen, kajakken en het leven nemen gelijk het komt.

Ik ben nu bijna 1 maand aan het reizen en het bevalt me allemaal prima. Het is de beste beslissing die ik sinds mijn verhuis naar Leuven genomen heb. Ik heb het me nog voor geen moment beklaagd. 


gegroet

zweet-Steven

zondag 27 februari 2011

Noord-Laos

Sabai-Dee beste blogvolgers,

Ik ben nu ongeveer een week in Laos.
Even een introductie over Laos; Laos is 1 van de twintig armste landen ter wereld. Tot ergens in de jaren 50 is het een kolonie van Frankrijk geweest. Dit merk je nog tot op de dag van vandaag. De architectuur heeft zo nog zijn franse invloeden, Frans brood vind je hier op veel plaatsen en de Lao houden van petanque.
Na de kolonisatie van Frankrijk is het land geteisterd door burgeroorlogen en machtspelletjes. Vandaar dat het zo een onderontwikkeld land gebleven is. De laatste jaren is China hier de rol van de Fransen aan het overnemen. In ruil voor infrastructuurwerken, uitgevoerd door de Chinezen, krijgen de Chinezen natuurlijke rijkdommen in de plaats (teak-hout, mineralen,...) Hier rijden dan ook weinig honda-brommertjes rond, maar wel Chinese modellen.

Terug naar mijn reis.
Na de Mekong overgestoken te zijn, ben ik na een overnachting in Huay Xai doorgereisd naar Luang Nam Tha. In Luang Nam Tha was niet echt iets te beleven, een tempel buiten beschouwing gelaten, maar tempels komen zo langzamerhand mijn oren uit.

Luang Nam Tha aan de Mekong
De wegen zijn hier verschrikkelijk. Over 100 km doe je zo een 4 uur. Je bereikt uiteindelijk volledig geradbraakt en met stoflong je bestemming. Luang Nam Tha zelf is niet bijster spectaculair. De reden van mijn bezoek is echter de omgeving van dit kleine stadje. Het bevindt zich te midden van een groot natuurpark waar nog steeds vele jungle- en bergstammen volgens eeuwenoude tradities leven. Ik had me ingeschreven voor een 3-daagse trekking door het woud, waarbij we 4 minoriteitengemeenschappen aandeden. We waren in totaal met 7 jongens en 2 lokale gidsen. Het was een toffe bende. Het wandelen in de jungle was minder om te lachen. Door het berglandschap en de hitte gutste het zweet van mijn voorhoofd. Mijn okselvijvers waren veranderd in okselrivieren. De Mekong is er niks tegen.... Onze gids Kong ( King Kong voor de vrienden) is afkomstig van de Black Tai bergstam. De eerste nacht bleven we in zijn dorp slapen. Kong wist heel veel te vertellen over de lokale fauna en flora. Hij liet ons dikwijls planten en vruchten zien en proeven. Ongelooflijk wat een kennis van het woud dat hij bezit. Van boomschors dat je als rijstsubstituut kan gebruiken, tot lianen waarvan je het sap van kan drinken wanneer je geen drinkwater meer hebt. We hebben ook bladeren gegeten die naar appel proefden en ook vruchten die goed zijn tegen een kater en zo.
Eten in de jungle was ook tof. We droegen allemaal eten mee dat 's morgens bereid werd. 's Middags hielden we halt en terwijl de ene gids eetstokjes van stengels fabriceerde, ging Kong bananenbladeren zoeken om als tafelblad te gebruiken. En het eten was echt wel lekker.

eten in de jungle
's Avonds zijn we aangekomen in het dorpje van Kong. Het is een Black T'ai stam, die oorspronkelijk afkomstig is van aan de Zwarte rivier in Vietnam. Vroeger waren dit jagers, maar sinds de bescherming van het Luang Nam Tha park zijn ze verplicht om zich op landbouw toe te leggen. Ook typerend voor dit volk is hun geloof; ze geloven nog in geesten. Zo heeft ieder huis zijn huisgeest waar van tijd tot tijd een varken of zo aan geofferd moet worden. Anders wordt de geest boos. En boze geesten zijn niet tof (naar het schijnt).

We hadden speciaal voor de kinderen van het dorpje wat pennen en papier gekocht. Dit zijn we in het plaatselijke schooltje gaan afgeven, samen met een voetbal die we ook gekocht hebben. De kinderen waren ongelooflijk blij. Het voetbalmatchke met de kinderen was ook een van de hoogtepunten. Hier volgen enkele foto's waar ik maar weinig commentaar bij moet geven....
Black T'ai dorp vanuit de bergen

ontvangst door de lokale kinderen

3 kinderen gaan de voetbal uitproberen

Steven met een Kevin De Bruyne-passeerbeweging

Het leven zoals het is; Black T'ai

bezoek aan het schooltje


onze gids - entertainer ; King Kong

De volgende dag nog meer van dat fraais. Wandelen, eten en dorpjes bezoeken. We bezochten nog 2 Akha dorpen en 1 Hmong dorp. Het leidt me te ver om alles te bespreken.

Akha-kinderen wachten ons op
Op de laatste wandeldag zagen we in de verte een brommer- met 2 personen erop -af komen rijden. Toen ze ons zagen stopten ze en we zagen duidelijk dat ze hun jachtgeweer in de bosjes verstopten. Toen we dichter bij kwamen bleek 1 van de mannen een serieuze wonde op zijn knie te hebben. Je zag het bot steken. Blijkbaar had hij met zijn machete in zijn knie gehakt. Hij bloedde gelijk een rund, maar ook weer niet zo fel dat hij zou sterven. Alleszins, hij moetst genaaid worden. We hebben de wonde zo goed en zo kwaad als het kon ontsmet en zijn been wat afgebonden zodat hij een dokter kon gaan bezoeken. En dan volgt er de opmerking van onze gids Kong, aan het adres van de 2 jagers;  'wat een geluk dat jullie ons tegenkomen, en dat we u hebben kunnen helpen'. Ik dacht in mezelf; 'wat een geluk dat je je been niet afgekapt hebt' .....

Na de 3-daagse trekking ben ik naar Luang Brabang doorgereisd. Wederom verschrikkelijke wegen en kilo's stof eten. Ik ben toevallig gisterenavond de 2 Nederlanders tegengekomen van op de trekking. Het zijn toffe gasten. 's Avonds zijn we nog een pint gaan drinken. Trouwens Ronnie, het bier is hier echt wel de moeite. Bier Lao, 5% en flessen van 64 cl. Daar kan je ook alweer iets mee aanvangen, me dunkt en de prijzen zijn nog goedkoper dan in Thailand. Ik betaalde gisteren 75 cent voor een pint  op restaurant. Ik moet wel vertellen dat ik ook wel een bier-dieptepunt heb meegemaakt hier in Laos. Bij 1 van de bergvolkeren kregen we een Chinees biertje aangeboden. Foei, foei, foei, ongelooflijk slecht. Dat die Chinezen zich maar bezig houden met noedels bakken en rijst kweken want van bier brouwen kennen ze duidelijk niks.

Toen ik samen met de twee Nederlanders op een terrasje zaten hoorden we in de verte vreemde gezangen, vergelijkbaar met klagende Moslims tijdens de ramadan. We besloten een kijkje te gaan nemen. Wat bleek; aan de 1 of andere tempel was een boedhistisch festival aan de gang. Een bende monikken, voorzien van vreemde muziekinstrumenten, liep door de straten van Luang Prabang, gevolgd door een menigte van gelovigen, die op hun beurt kaasen en bloemen met zich mee droegen. We volgden de stoet, en het was best wel een heel speciaal moment. Ik heb bewust geen foto's hiervan getrokken. Het was ondertussen al bijna 2 uur 's nachts en tijd om te gaan slapen. Op mijn terugweg hielt een Lao per brommer halt en vroeg of ik een lift wilde. Ik ging op het gratis aanbod in. Na het gebruikelijk arsenaal van vragen zoals; what's your name? where are you from? how long you stay?, begon hij wel heel dicht tegen mij aan te schuren. Ik dacht; dit is toch niet normaal. Toen ik bijna thuis was begon hij plots over mijn dij te wrijven en te pitsen. Ik dadelijk; ' No, no. no ; STOP!!! Vooralleer hij zijn motor tot stilstand gebracht had, was ik er al vanaf gesprongen. Ik was op 10 meter van mijn guesthouse. De homo-lao was doorgereden. Bij mijn guesthouse kwam ik tot de vaststelling dat de voordeur gesloten was en een bel was niet voorhanden. Daar stond ik dan. Plost hoor ik de motorfiets terugkeren. De homo-lao vroeg of ik in het guesthouse verbleef en vroeg of ik niet binnen kon. 'No problem, I can go in', loog ik. Hij reed gelukkig door. Ik nam me voor om me in de bosjes te verstoppen wanneer hij opnieuw zou terugkomen, want ik denk niet dat hij me geloofde. Gelukkig kwam hij niet terug. Ik dan maar op zoek gegaan naar iemand om me te helpen. Ik stuitte op 2 zatte toeristen die mij spontaan hun kamer aanboden. Ik bedankte, maar ze volgde me naar de guesthouse om aldaar een oplossing te zoeken. Ik had al een paar keer aangeklopt, maar zonder gevolg. Zo een zatte toerist kan blijkbaar beter aankoppen, want hij deed dit veel harder, en deze keer wel met gevolg. Na wat gestommel kwam een manneke met slaapogen de deur open doen. Wat een goede nachtwacht zeg.... Tot zover het avontuur van Steven en de homo-lao. Volgende aflevering van de avonturen van Steven in Zuid-Oost Azie; Steven en the ladyboys ;-) (grapje)

Ps; weet iemand nog een goeie leesboek, ik heb net 'the alchemist' van Coelo uit, en dat smaakt naar meer.
ps2 ; niet allemaal tegelijk


Sokh Dee Der

Steven

zaterdag 19 februari 2011

avontuur 5; Chiang Khong aan de Mekong

Hallo beste blogvolgers,
Ik heb nog wat tijd om wat te schrijven vooralleer seffes mijn boot richting Laos vertrekt.
Eergisteren nacht ben ik hier in Chang Khong aangekomen, na een rit van 8 uren met een minibusje. Eigenlijk was ik van plan om onmiddellijk de Mekong over te steken en Laos in te trekken, want hier in Chiang Khong leek zo niet dadelijk veel te beleven. In mijn reisgids is het enkel bekend als oversteekplaats naar Laos en om een visa te bemachtigen.
de Mekong met links Laos en rechts Thailand
Maar eigenlijk heeft dit stadje meer te bieden dat je zou denken. Het zijn daarom geen toeristische trekpleisters zoals gigantische pagodes of mooie musea, maar wel het echte Thaise leven. Hier doen de mensen gewoon hun dagdagelijkse ding. In Chang Mai of Pai hebben de lokale mensen hun leven aangepast aan de toerist. Hierdoor had ik niet echt een gevoel van reizen, meer eerder een gevoel van toerist zijn (wat ik uiteindelijk ook ben) en aan het meedoen aan de commercie.
de hoofdstraat van Chiang Khong
Ik heb hier in Chiang Khong ook een aantal toffe mensen leren kennen. Dannie, een Belg afkomstig uit Balen die stilaan op het punt staat om voor goed naar Thailand te verhuizen en Valerio uit Rome. Gisteren avond zijn we bij een bar van een Engelsman pinten gaan drinken. Daar hebben we nog een Italiaans koppel leren kennen. De Engelse barkeeper was in form, want zijn favoriete voetbalteam had net gewonnen. Net voordat Everton de laatste beslissende penaltie moest omzetten beloofde de barman alle klanten een drankje wanneer Everton zou scooren. En dat gebeurde uiteindelijk. Het is niet bij dat ene gratis appelsienenlikeurtje gebleven. Even later kwam hij af met een volle blender met een aardbeiensapje met vodka en nog een onbekende drank. Kort samengevat, er is die avond nog veel gezeverd en gelachen met die Italianen. De contactgegevens zijn uitgewisseld en vanaf vandaag gaat weer iedereen zijn eigen weg. Valerio neemt de boot richting Luang Prabang en het koppel reist naar Bangkok. Wie weet zie ik Valerio wel terug in Luang Prabang, waar ik over een week ongeveer plan aan te komen.
Toen ik deze voormiddag iets ging zoeken om te eten, ben ik op iets tofs terecht gekomen; het vissen. Een grote poel langs de hoofdweg van Chiang Khong was gevuld met vissers en ze bleven de ene vis na de andere bovenhalen. De ene visser gebruikte gewoon zijn handen om katvissen te vangen, een ander groepje vissers werkten samen om netten uit te gooien en vervolgens het hele net al tastend met de handen in het water te doorzoeken. De vrouwelijke vissers maakten zich minder graag vuil. Zij vingen kleine visjes met behulp van een net dat aan een bamboo-constructie gespannen was. Wanneer de vis boven het net zwemt, heft de visser zijn bamboo-constructie op en ziezo; visje gevangen.
Thaise vissers

Ik was nu toch wel heel nieuwsgierig geworden wat hier gaande was. Waarom zijn hier zoveel vissers aan het vissen? Is het misschien een viswedstrijd op zondag? Waarom zijn er zoveel kijklustigen? En mijn grootste vraag; waar komt al die vis vandaan en hoe komt die vis in zo een poel? Er was een visser die toch een beetje engels kon. En wat blijkt; de vissers vissen normaal gezien op de Mekong. Wanneer ze vis vangen die te klein is om op te eten, of gewoon nog niet volwassen is, dan gooien ze die in deze poel. Een jaar later, wanneer de vissen groter zijn geworden spreken ze een dag af waarop ze de poel leegvissen. Bij het aanhoren van dit verhaal kreeg ik al meteen een glas rijstwijn toegeschonken en een hampel vis met pittige kruiden overhandigd. Het smaakte erg lekker, maar toen ik de vliegen op de vismaaltijd zag zitten bedankte ik toch maar wijselijk voor het volle bord dat er zat aan te komen.

Ziezo, terug up to date. Ik ga eens stilaan naar de Mekong vertrekken om mij een bootovertocht te regelen. De komende dagen ga ik iets heel speciaals doen, het is niet goedkoop, maar ik heb het er voor over. Ik ga nog niet verklappen wat. Mijn verwachtingen zijn alvast hooggespannen.

gegroet

een al-iets-meer-verwonderde Steven

vrijdag 18 februari 2011

avontuur 4; Pai, amai, amai...

Dag Belgen / Vlamingen, het is alweer een tijdje geleden dat ik jullie op de hoogte heb kunnen houden van mijn doen en laten. Normaal had ik gisteren mijn blog bijgewekt maar het is hier nu eenmaal niet zo gemakkelijk om dingen te plannen. De stroom heeft hier in Pai de ganse dag uitgelegen.

Vorige week zondag ben ik met een minibusje richting Pai getrokken. Pai is een klein stadje van ongeveer 5000 inwoners, dicht bij de grens van Myanmar. We zitten hier in de bergen, dus s nachts kan het hier flink afkoelen. In deze streek wordt veel teak-hout, drugs en mensen gesmokkeld van en naar Myanmar. Wij als toerist hebben daar geen last van, je merkt het enkel aan verstrengde militaire controles. Enkel de lokale bevolking wordt gecontrolleerd. Pai is een heel ander paar mouwen dan Chang Mai. Het is veel kleinschaliger en rijke toeristen en 50-plussers kom je hier haast niet tegen. Veel zal ook te maken hebben met de moeilijke 3 uur durende tocht van Chang Mai tot Pai met volgens mij wel 1000 haarspeldbochten! Een van mijn medepassagiers in het busje moest er spontaan van overgeven.

Bij mijn aankomst in Pai was het al donker. Ik heb onmiddellijk een toffe verblijfplaats gevonden, net uit het centrum aan de rivier. Ik huurde hier een bamboohut voor 200 bath per nacht. Echt super. Zo een hut heeft vele voordelen. Door al de spleten en kieren wordt je stulp goed geventileerd, wat voor een aangenaam binnenklimaat zorgt. Bovendien heb je ook altijd vrienden aan huis. Zoals daar zijn; de gekko en de dikke spin. Wanneer er geslapen dient te worden zorgt een muskietennet ervoor dat er altijd wel een beetje afstand kan genomen worden. Het ontwaken is ook heerlijk. Rond half zeven vallen de eerste zonnestralen binnen via de kieren en spleten. Buiten beginnen vogels, insecten en onbekende beesten kabaal te maken. Als het van mij afhangt wordt ik elke dag op zo een manier wakker. Ik ben sterk aan het overwegen om later ook zo een bamboohut in mijne hof te zetten....
                                           mijn eerste bamboohut (en niet mijn laatste)
Diezelfde avond ben ik het stadje nog gaan verkennen. Er zijn veel uitgaansgelegenheden. Voornamelijk bars met live-muziek, ook een aantal reggaebars en restaurantjes. Overal kan weer gratis gepoold worden. Eigenlijk is het hier de ideale plaat om met vrienden op vakantie te komen. De sfeer is hier heel gemoedelijk.
De eerste avond ben ik op een reggaefeestje beland waar in toevallig een Belg en zijn vriendin heb leren kennen, Daarna volgden nog 2 toffe Duitse meisjes; Steffi en Agnes. De meisjes raadden mij aan om naar hun bungalow resort te komen. Het was daar 50 bath goedkoper en voor de rest ook alles dik in orde. En zo geschiedde... De volgende dag sliep Steven in het 'no tears' bungalow resort voor minder dan 4$ per nacht. Dit is mijn uitvalsbasis geworden voor de rest van mijn verblijf in Pai.
mijn tweede bamboohut
Nieuwe mensen leren kennen gaat vrij vlot. Elke avond wanneer ik uit ga, geraak ik wel aan de praat met iemand. En haast iedereen heeft wel boeiende dingen te vertellen ( op uitzondering van een stel arrogante Hollandse wijven en een paar Engelse sekstoeristen na). Maar meestal blijft het contact beperkt tot 1 avond. Iedereen heeft zijn eigen planning, en wanneer je eens iemand leuk hebt leren kennen scheiden meestal de wegen. Maar van eenzaamheid geen sprake hoor. Plus ik ben een toffe leesboek gekocht.

De volgende dag weer een brommer gehuurd (opnieuw mijn geliefkoosde Honda Dream 125 cc) en de streek gaan verkennen. Zo heb ik die dag een waterval bezocht, the Pai Canyon een historische brug en een olifantenhome. Het is wel vreemd om zo een logge dikhuid  op je zien afgewandeld komen.
neushoorn

uitzicht over de vallei dicht bij Pai

Pai Canyon
watervallen

De volgende dag ben ik de Lot-grotten gaan bezoeken. Ze liggen op (naar schatting) 40 km van Pai. Het is weer een leuke bergtrip tot aan de grotten. De grotten van Lot is het beroemdste kalksteengrottencomplex van Noord-Thailand en een van de langste in Zuid-Oost-Azie. Een gids met een gaslamp leidde ons door door de gangen. Na het bezoek aan de grotten bleek het avond te zijn geworden. Dan maar terug naar Pai. Onderweg merkte ik dat ik niet meer al te veel benzine in mijn motor had. En ik kon me niet herinneren dat ik op de heenweg 1 plaats om te tanken ben tegengekomen. Ondertussen zat ik al in reserve en het begon al aardig koud te worden. Op de top van de bergpas een aantal Thai aangesproken, maar er kwam alleen maar ' ai ai ai' uit. En ook; ' you have problem, you need half a tank to reach Pai'. Dan toch maar vertrokken richting Pai. Ik reed zo ergonomisch mogelijk; in neutraal de bergpas af en zo weinig mogelijk remmend. Na een tiental kilometer, (ik schat nog 20 te gaan) ben ik aan een alleenstaand huisje gestopt. De man des huises het flikkerende lampje van mijn benzinemeter laten zien. Opnieuw als antwoord; 'ai ai ai,' en vervolgens; ' you have money? 100 bath?' 'Money no problem' zei ik, en weg was hij, samen met mijn geld en zijn motorfiets vertrokken om naft te halen (hoopte ik). Even later kwam hij terug. 'Naftpomp gesloten'. Ik begon al op zoek te gaan naar een plan B. De vriedelijke Thai draaide echter de naftbak open, schudde er eens mee en vertelde me dat ik nog wel bij de volgende naftpomp zou geraken. Hij legde de weg uit, en alles kwam uiteindelijk nog in orde.
grotten van Lot


Over de volgende dag kan ik kort zijn; overgeven en diarree. Blijkbaar iets verkeerd gegeten, hoewel ik nog steeds goed let op wat ik allemaal eet. Na een dagje rusten en vroeg naar bed, ben ik de volgende dag min of meer terug de oude.
Donderdag ben ik nog naar een park gereden waar warmwaterbronnen ontspringen. De lokale Thai komen hier hun eieren koken. Het water kan tot 80 graden warm zijn.  En de kinderen vermaken zich hier kostelijk.


hot springs
Ondertussen ook te horen gekregen dat die vipassana meditatieopleiding volzet is tot half maart. Het zal dus voor een andere keer zijn. Hopelijk na Laos en Cambodja.
Vrijdag de bus geregeld richting de grens met Laos, waar ik me trouwens nu bevind. Vandaag of morgen steek ik de Mekong over richting Laos. Ik denk dat mijn avontuur eigenlijk nu pas goed gaat beginnen. Thailand is heel gemakkelijk reizen en op alles voorzien om de toerist op zijn wenken te bedienen. Dat is natuurlijk ook plezant, maar het is niet waar ik naar op zoek ben. Ik heb nog maar weinig echte momenten van verwondering meegemaakt, maar dat gaat er nu wel stilaan van komen...
Nu enkel hopen dat mijn darmen nog een beetje meewillen en dat die malariamuggen andere mensen steken.

groeten

Steven

zaterdag 12 februari 2011

avontuur 3; Chang Mai

Hoi Hoi, hier zijn we weer. Nog steeds alles uitstekend naar wens.
De afgelopen 2 dagen heb ik een brommer gehuurd. Ik verwachtte een eenvoudig snorfietsje, maar blijkbaar had ik een 125 cc gehuurd met versnellingen. Dat was best wel even schrikken want dat ding gaat stevig vooruit. Als ik de kilometerteller mag geloven (en ik geloof hem) haalt hij 160. (mama; gene paniek, ik heb het niet geprobeerd). Dus ik met mijn brommer de bergen in. Eerst naar een heilige tempel om wat info te vragen over een vipassana meditatieopleiding. Dan verder de bergen in op zoek naar wat autenticiteit. Het bergdorp Pui, op een 20 kilometer van Chang Mai was best wel de moeite, met zijn mooie tuin en gezellige marktje.

                                          Tuin in Pui

                                          markt in Pui
                                          de middelste is mijn vies machien

Na mijn dagje cruisen, kwam ik tegen schemertijd terug aan in Chang mai. Vervolgens eens goed gaan eten en het uitgaansleven gaan aanschouwen. Eigenlijk valt me dat wat tegen. Overal Europeanen  (vooral Engelsen) die zich goedkoop komen bezatten en van het lokaal Thais vrouwvolk komen profiteren. Wel de moeite waard was het thaiboksen waar ik en Tod toevallig op uitkwamen. Zeer facinerend; elkaar proberen tot moes slaan en hopen dat je geen blijvend letsel oploopt. Ik heb in 2 avonden ongeveer 8 wedstrijden gezien en van die 8 is er maar 1 wedstijd geweest die het einde haalde. Al de andere; telkens iemand knock out. En geloof me. Een paar keer zwaar ko.
                            de linkse heeft serieus lappen gekregen en is uiteindelijk ook afgevoerd

Ronnie, wat het bier betreft, alles dik in orde. Voor een 2 euro krijg je hier een Chang bier. 6,4 procent alcohol en de flesjes bevatten 64 centiliter. Daar kan je al iets mee aanvangen, me dunkt. Verder is het eten hier ook spotgoedkoop. Wanneer je in een fancy restaurant gaat betaal je rond de 5 euro voor een noedelsoep, een hoofdgerecht en een drank. Vooral de currys vind ik echt super lekker. Wanneer je op een niet toeristische plek eet heb je al een fatsoenlijke maaltijd voor 1,5 euro.
                               mijn avondeten van gisteren; fried noodles met groenten en 
                                              een spicy rode curry met kip voor ongeveer 5 euro

Zondag opnieuw met de brommer er op uit. Oorspronkelijk had ik slechts 1 dag gepland maar omdat het zo plezant was heb ik de huur met 1 dag verlengd. Vandaag staat Lamphun op het programma. Dit is 1 van de oudste steden van Noord-Thailand en niet toeristisch. Het staat bekend om zijn tempel en zijn kunstenaars die de drukte van de grote steden ontvluchtten. Het is een trip van 30 kilometer. Het verkeer rond Chang Mai is niet om te lachen. Super druk en niet geschikt voor de gevoelige weggebruiker. Ook de uitlaatgassen zijn storend. Op goed geluk ben ik beginnen rondrijden in de hoop een plaatje met Lamphun erop te vinden. Na verloop van tijd vind je dit dan uiteindelijk wel. Blijkt dat ik de autostrade genomen heb. Het voordeel was dat ik rap in Lamphun aankwam. Meestal reed ik 60 als ik harder reed waaide mijn held er bijna af. Lamphun zelf viel een beetje tegen. Veel kunstenaars ben ik niet tegengekomen. Ik heb er wel een indrukwekkend Boudistisch tempel complex bezocht en een linnen hemd gekocht op het plaatselijke marktje.
                                  Lamphun tempelcomplex
                                  met zijn gouden shedi
Eigenlijk vond ik het in de bergen toffer. Dus ik terug de motor op richting de bergen. Deze keer niet meer via de autostrade maar via een mooie landweg. Terug in de bergen ben ik naar een ander bergdorpje gereden, nog verder weg van Chang Mai. Heel mooi allemaal en het motorrijden in de bergen is ook heel plezant. En nadien met een lege naftbak huiswaarts.
                                  probleempje in de bergen

                                  de bergen rond Chang Mai

s avonds ben ik nog wat aan de night bazar gaan rondhangen. Dit is een megagrote avondmarkt waar de lokale bevolking en de mensen uit de bergen hun waren aan de toeristen proberen te slijten. En daar is het beslist; morgen vertrek ik uit Chang Mai. Al die toeristische toestanden, ik heb er mijn buik vol van. Vandaag vertrek ik naar Pai en ik neem afscheid van Tod, die zich aan het specialiseren is in Thaise massage. Hij zal er de komende dagen nog zoet mee zijn. Pai zal waarschijnlijk ook wel toeristisch zijn, maar ik denk een pak minder en dan vooral rugzaktoeristen, het ras waar ikzelf toe behoor...

tjonge jonge, wat een werk zo een blog...

groeten
Steven

donderdag 10 februari 2011