vrijdag 22 april 2011

Myanmar; deel 1

Net voor het vertrek naar Yangoon, de hoofdstad van Myanmar, heb ik enkele spullen in Bangkok bij een kennis achtergelaten. Mijn badmintonracket en enkele reisgidsen heb ik hier niet vandoen. In eerste opzicht is er in Yangoon niet veel veranderd in vergelijking met 4 jaar geleden. Maar ik heb de indruk dat alles toch wel wat vuiler geworden was. Overal plastiek en afval. Geen enkele straatsteen ligt waterpas, wat een wandeling in het donker best wel een uitdaging maakt. Straatlampen zijn er immers niet. Soms ontbreken er straatstenen, en ligt de riool open. Hier wil ik niet in sukkelen, echt niet. We waren van plan om 2 dagen in Yangoon te blijven. De eerste dag hebben we het centrum wat verkend en wat door de straten gewandeld. We zijn naar een van de hoogste gebouwen van de stad gegaan voor een mooi overzicht van Yangon en verder hebben we een belangrijke pagode bezocht.
Een gewone wandeling, zonder een echt plan heeft hier veel verwondering tot gevolg. Je ziet hier beroepsactiviteiten die je niet voor mogelijk houdt. 1 persoon die een telefoon uitbaat, een man met een weegschaal... Verder het lokale straatleven, vele marktjes en vermaak op straat zoals hanenvechten, kinderen die spelletjes spelen. En iedereen loopt hier goedgeluimd rond...

straatbeeld Yangoon

uitzicht over Yangoon vanuit de Sakura Tower
de Shwedagon Pagode in de verte

Hanengevecht op straat, om de beesjes op te fokken spuwden de eigenaars op de kop van de hanen

een telefoonopperator, wegens het gebrek aan gsm worden deze diensten op straat aangeboden

spelende kinderen op straat
Een ander hoogtepunt in Yangoon is de Shwedagon pagode. Het is niet normaal wat hier aan edelstenen en hoeveelheden goud in dit tempelcomplex verwerkt zijn. Oorspronkelijk 2500 jaar oud, maar dikwijls herbouwd door vele aardbevingen. Er wordt gezegd dat er meer goud in de pagode verwerkt zit dan dat er goud aanwezig is in de schatkamer van Groot-Britttanie. Enkel in de top van de toren zitten al meer dan 5000 diamanten voor meer dan 2000 karaat aan gewicht. en helemaal bovenaan zit een exemplaar van 76 karaat. Er bevinden zicht 7 relekwieen van haren van Boedha in de shwedagon pagode en daardoor is het 1 van de heiligste plaatsen voor de Boedhisten.
We kregen een rondleiding van een enthousiaste monnik die zich spontaan aanbood. Zijn Engels was echter om te janken, ik verstond er niks van. En bovendien als klap op de vuurpijl ook nog eens de zonsondergang gemist door zijn uitleg. Daarna was het allemaal 'mooi' geweest en zijn we terug naar ons guesthouse getrokken.
Shwedagon pagode

boedhisten in gebed
 
Onze gids die toch zo hard zijn best deed
De volgende dag begon het avontuur pas echt. We hadden kaartjes gekocht om met de trein naar Kalaw te reizen. We opteerden voor een 'lower-class' ticket. Niet alleen een stuk goedkoper, maar ook een betere manier om contact te krijgen met de lokale bevolking. Om 4 uur s morgens stonden we aan het station van Yangoon. Terwijl Beata kaartjes probeerde te bemachtigen ging Steven de stad in om een voorraad in te slaan voor de reis. Papaya, eieren, wat vettige broodjes en een tros met 20 bananen was de buit. Het beloofde een helse tocht van 30 uren te worden terwijl ik de afstand schat op 400 km. De banken waren van hout en onze wagon zat afgeladen vol. We hadden ons net geinstalleerd op onze zitplaats toen 2 agenten binnenkwamen en onze plaatsen opeisten. Ik was al van plan recht te staan en ergens anders te gaan zitten, maar Beata vertikte het. Ze zei tegen de agenten; wij hebben voor deze plaatsen betaald, en wij blijven hier zitten. De ganse wagon keek ons met opengesperde mond aan. Ingaan tegen de ordehandhavende overheid.... dat waren ze blijkbaar niet gewend. Na heel wat discutie tussen de agenten onderling en met de kaartjesverkoper, haalden we ons gelijk binnen. 1 agent droop het af en moest tussen de andere passagiers gaan zitten, terwijl wij onze goede plaats mochten houden. De spoorwegen zijn in erbarmelijke staat. Het lijkt wel of je op een achtbaan zit. Voor eventjes is dat plezant, maar 30 uren... niet om te lachen. Bij de verschillende stopplaatsen komen mensen de trein op om fruit, drank en eten te verkopen. Dus honger en dorst hebben we niet geleden. s nachts was de reis het zwaarst. Het gangpad was niet meer toegangkelijk. Overal liggen mensen te slapen. De ene zijn voet in het gezicht van de andere. De andere zijn neus tegen de oksel van de ene. Gelukkig werd de trein goed verlucht. Alle ramen stonden open. Verder had ik geen halve vierkante meter meer om me te bewegen en last van krampen en slapende ledematen. Naarmate we dichter bij de eindbestemming aankwamen kwam de sfeer er goed inzitten. Sommige medereizigers begonnen wat feestliederen te zingen en mee te klappen. De wiskey die ze dronken zal er ook wel wat mee te maken hebben. Zeer moe, maar toch voldaan bereikten we tegen de middag Kalaw, nabij Inle-lake.


Onze agent in de trein, die alles een oogje in het zeil houdt

onze trein, inclusief starende Birmezen

onze trein, bij een pauze

een jonge Birmese medereiziger

aankomst aan een station, verkopers staan klaar met hun eetwaar

Bijschrift toevoegen

feesten en zingen in de trein, met heel de familie. Zoonlief slaapt liever
Kalaw was vooral een tussenstop. Na een dagje rust namen we de bus naar Nyaungshwe, vlakbij het Inlelake. Wederom geen pretje. De Birmezen (of is het nu Birmanen?)  presteren het om in een bus met 24 zitplaatsen, 40 personen binnen te krijgen. En desnoods wordt er nog 10 man op het dak van de bus gezet. Anyway, zonder kleerscheuren Inle-lake bereikt. Inle-lake is 1 van de 5 top-toeristische bestemmingen van Myanmar. Het meer is ongeveer 20 km lang en 5 km breed. Er leven heel wat minoriteiten gemeenschappen in huizen op stelten in en rond het meer. Het meer is dan ook levensbelangrijk voor de inwoners, niet alleen omwille van visvangst, maar ook omwille van landbouw. Het meer is maximum 5 meter diep. Hierdoor is het mogelijk om grote drijvende bamboo vlotten met bamboo-palen aan de bodem van het meer te verankeren, waar ze dan allerhande gewassen op kweken.
1 dag hebben Beata en ik een fiets gehuurd en hebben we de streek rond het meer wat verkend. Een andere dag zijn met een boot het meer opgevaren en de bedrijvigheden in en rond het meer gaan aanschouwen. Zo zagen we onder andere de floating gardens, verschillende dorpen, inclusief kloosters en pagodes en ten slotte hebben ze de lokale nijverheden bezocht. Zo waren er de paraplumakers, de zilversmeden en wevers van het speciale lotus-textiel en een sigarenfabriekje.
s Avonds hebben we een tof klein restaurantje gevonden. We waren de enige klanten. De uitbater had geschiedenis aan het unief gestudeerd. Hij durfde vrijuit babelen over de toestand in het land. Zijn ogen fonkelden toen we over de revoluties in Noord-Afrika vertelden. Hij zou graag in contact komen met gelijkdenkenden, maar dat is zo moeilijk. Je loopt altijd het gevaar dat je bespioneerd wordt.
De volgende dag zijn we heel vroeg opgestaan om met de bus naar Mandalay te reizen, maar dat verhaal is voor een andere keer.

Kalaw, met een processie voor nieuwe jonge monnikken

onze bus richting Nyaungshwe

gewiekste verkopers op de drijvende markten

strijken op grootmoeders wijze

een monnik aan het koken



paaldorpen op het meer



de drijvende tuinen, met de bamboo-verankeringen
de drijvende tuinen in de verte en mijn bootgezelschap

gegroet
Steven

Myanmar; inleiding


Hallo,

Het is weer even geleden. In Myanmar was het onmogelijk om mijn blog bij te werken doordat de website beblokkeerd wordt door het regime. Eerst wil ik wat meer vertellen over het land, want voor de meesten onder jullie zal Myanmar 1 groot vraagteken zijn. Misschien weten jullie dat het in Zuid-Oost Azie ligt en misschien doet de cycloon Nargis van 2008, waarbij trouwens 140.000 mensen het leven lieten (meer dan bij de grote tsunami), wel een belletje rinkelen. Ook omwille van het feit dat ik het land reeds in 2007 bezocht heb en waarbij het een onvergetelijke indruk op me gemaakt heeft, zet me ertoe aan om eerst een aantal dingen te vertellen.

geschiedenis
Myanmar, vroeger Birma genaamd, heeft een bevolkingsaantal dat geschat wordt op 47,4 miljoen inwoners en het land is het grootste van Zuid-Oost Azie, Indonesie niet meegerekend. Vanaf halfweg de 19de eeuw tot de onafhankelijkheid in 1948 was het een kolonie van Engeland. Nadien braken er langdurige oorlogen uit tussen minoriteitengemeenschappen, die tot op de dag van vandaag nog niet opgelost zijn. Na een falende regering nam in 1962 generaal Ne Win de macht over. Dit was de start van s werelds langste militaire dictatuur. Het beleid is gebaseerd op xenophobie en complete afzondering van de rest van de wereld.
In de jaren 70 en 80 verslechterde de economie en de munt devalueerde snel. In 1988 brak een grote volksopstand uit, onder leiding van Aung San Sun Kyi (latere nobelprijswinnaar). Maar de vraag naar democratie werd door het regime hardhandig de kop ingedrukt. Tot ieders verbazing besloot het regime in 1990 nieuwe verkiezingen te organiseren. De partij NLD (National League for Democraty van Aung San Sun Kyi) won de verkiezingen met 82% van de stemmen. Het regime weigerde echter de macht over te dragen en Aug San Sun Kyi werd onder huisarrest geplaatst. Sindsdien wordt het regime vooral gesteund door China en naburige landen, die economische belangen met Myanmar hebben.
In 2007, net nadat ik het land voor een eerste maal bezocht heb, braken er nieuwe volksprotesten uit, omdat de brandstofprijzen plots 50% verhoogd werden door het regime. Het waren de eerste protesten sinds 1988. Opnieuw werden duizenden inwonders vermoord of tot dwangarbeid verplicht. In 2008 veroorzaakte de cycloon Nargis een ware ravage, met meer slachtoffers dan de grote tsunami, maar het regime weigerde hulp (en pottenkijkers) van buitenaf. Met mondjesmaat werd - door toenemende druk vanuit het buitenland - toch buitenlandse hulp getollereerd. Dit jaar waren er opnieuw verkiezingen. De generaal Ne Win zette een stapje opzij. Maar het regime blijft aan de macht.

Het gemiddelde jaarlijkse inkomen voor een Birmees bedraagt 1500 euro, maar er zijn er heel veel die het met 350 euro per jaar moeten stellen. Dit maakt Myanmar het 13de armste land ter wereld. Op gebied van gezondheidszorg is de toestand nog slechter. Per jaar gaat er  2.5 euro uit naar gezondheidszorg, per inwoner. Dit is het laagste bedrag van heel de wereld.

het regime probeert de bevolking onder controle te houden door ze bang te maken en door ze onwetend te houden. Zo wordt de media volledig gecontrolleerd en beheerd door het regime. In de kranten lees je niks anders dan goede daden van vooraanstaande militairen en artikels over de trots en kracht van de natie.  Een SIM-kaart voor de gsm kost hier 1000 dollar. Dus enkel voor de rijken betaalbaar.  Naar het buitenland reizen voor een Birmees is haast onmogelijk, je dient een immens bedrag te betalen om toestemming te krijgen. Slechts 0.1% van de bevolking heeft toegang tot internet. Verder heeft het regime overal spionen rondlopen, vergelijkbaar met de tijd van het communisme in Europa. De mensen durven zelfs niet over de politieke toestand praten in hun eigen familie...
Verder staat het regime economisch heel sterk. Thailand kocht in 2006 voor 2 miljard euro aan gas aan. India tekende in 2008 een overeenkomst om een zeehaven te bouwen aan de kust van Myanmar, ter waarde van 100 miljoen dollar, om de export naar India te bevorderen. China en Thailand gaan hetzelfde doen. Teak-hout, mineralen en edelstenen worden naar de buurlanden verscheept en het regime geeft voor grof geld aan China de toestemming om deze natuurlijke grondstoffen te delven.
En wat doet het Westen?
Bitterweinig. Na de protesten van 2007, met duizenden doden, legde het Westen economische sancties op. Edelstenen en teak-hout werden niet meer door de EU en VS ingevoerd. Maar dit heeft weinig resultaat. Nu worden de edelstenen naar Singapore of China verscheept en daar tot afgewerkte producten omgevormd en uiteindelijk toch aan de VS of de EU verkocht.
De enige manier zaarop de VS en EU het regime hadden kunnen raken, was een boycot van gas en olie, afkomstig van Myanmar. Maar dat doen ze natuurlijk niet. British Petroleum had bijvoorbeeld in 2006 voor 470 miljoen dollar in de olie- en gasindustie geinvesteerd in Myanmar....
De verenigde naties heeft al een aantal keer met het regime gepraat, zonder resultaat.
NGO's zoals artsen zonder grenzen, unicef werden tot voor kort haast volledig geboycot. Hier is gelukkig wat verandering in aan het komen.

Na dit alles vraag je je misschien af, wat ga je in hemelsnaam in zo een land vol misserie rondreizen? Het fijne is, als westerling wordt je hier door de bevolking met open armen ontvangen. We geven hun een gevoel dat hun land niet volledig vergeten is door de rest van de wereld. We kunnen hun nieuwe informatie bezorgen over bijvoorbeeld de opstanden in Noord-Afrika. Dit zijn gebeurtenissen die hun hoop geven....Verder is het een heel mooi en puur land,  nog niet te fel door het westers kapitalistisch denken aangetast.

tot zover mijn inleiding