vrijdag 18 november 2011

Kho Lanta - Bangkok - Kairo - Brussel

Hallo,

Hier zijn we weer, en deze keer voor het laatst. Op zich is er niet veel te vermelden over mijn laatste week Thailand. Ik heb me bezig gehouden met de dingen waar ik goed in ben (pinten drinken op het strand, zeveren met lokalen en goed eten). Mijn neef Stijn -die de pinten ook niet schuwt- kwam ook nog naar Kho Lanta afgezakt, wat het er alleen maar plezanter maakt. Vermeldens waard is ook mijn guesthouse op Kho Lanta: the Sweedish Restaurant. Het personeel is er heel vriendelijk en het eten uitstekend. Ik at er dan ook 1 maal per dag. De kokkin zag me graag afkomen en na verloop van tijd begon ik allemaal extra gratis bijgerechten te krijgen. Als ik ze dan uitvoerig bedankte, en haar kookkunst bestoefte, kon ik er zeker van zijn dat ik de volgende dag weer een extra gratis vis op mijn bord kreeg. Ofwel had ze een boontje voor mij, dat kan ook heel goed zijn.... En zo kabbelde de laatse week naar een einde. Zonder echte grote avonturen en alles op het gemakske. En dan nam ik afscheid van de kokkin en haar assistente en vervolgens de bus op richting Bangkok.

De strandbar Deep Sea: goeie tijden en gratis inktvis
Daar was het nog altijd behoorlijk vochtig. Niet zo zeer in de lucht, maar vooral in de straten. Overal liggen zandzakjes klaar en zijn muurtjes gemetseld om wateroverlast te voorkomen. Verder ging het normale leven gewoon zijn gang in Bangkok. De volgende avond steeg mijn vlieger op richting Kairo. Ik wist niet wat denken. Dit was het dan... Met de zelfde gelatenheid als dat ik 9 maanden geleden hier aankwam, vertrok ik hier weer. Het is goed geweest...
ochtend gymnastiek in Bangkok

Een week later...
Ondertussen zit ik hier  in Zonhoven in mijne zetel. Het herfstzonnetje schijnt op mijn gezicht.
Ik denk dat ik Belgie al terug gewoon ben. Hier is precies ook niks veranderd. Ondertussen heb ik het merendeel van mijn familie en vrienden al gezien. Het valt me op dat ik dikwijls dezelfde vragen gesteld krijg. Een voorbeeldconversatie, met een antwoord op al uw vragen:

X:           Dag Steven, en jong hoe ist? Gij ziet er nog altijd just hetzelfde uit, precies niks veranderd...
Steven:   Goed, goed, (vriendelijk lachske)
X:           En blij dat ge terug zijt?
Steven:   Ik weet het eigenlijk niet....
X:           Als ge opnieuw kon kiezen, zou ge nog terug gaan?
Steven:   Direct!! En dan kwam ik nog niet meer terug.... ;-)
X:           En niet ziek geweest?
Steven:   Eigenlijk niet, behalve deze week. Ons ma heeft deze week mosselen gemaakt en ik ben er 4 dagen niet goed van geweest en ik ben 3 kg afgevallen... Ik denk dat het met de hygiene te maken heeft... ;-)
X:           Wat waren uw favoriete bestemmingen?
Steven:   Met stip op nummer 1; Myanmar, een magische bestemming, nog niet te fel bezoedeld door toeristen en het westers gedachtengoed. Op nummer 2; India, onwaarschijnlijk veelzijdig, zowel qua cultuur, natuur, godsdienst en eten. En om de top 3 te vervolledigen: Noord-Laos, zeker op de minder toeristische plaatsen. Heel relaxte mensen, mooie natuur en het bier Lao is het beste dat ik de afgelopen 9 maanden gedronken heb... ;-)
X:           En wat viel tegen?
Steven:   Vietnam, zonder twijfel. Pas op! Schoon allemaal, heel schoon, maar de mensen -zeker op de toeristische plekken- zijn dikwijls geldwolven. En eens op de toeristische route, dan is het moeilijk om er vanaf te geraken. Op niet-touristische plekken heb je wel fijne mensen, maar daar kunnen ze dan weer geen Engels.
X:           En hoeveel geld hebt ge daar opgedaan?
Steven:   Dat ik het niet weet, ik durf niet naar mijn bankrekening kijken :-) 
X:           En wat hebt ge het meest gemist in Belgie?
Steven:   ne goeie Duvel, een kaasschotel en de voetbal
X:           Ga dan maar ne stevige Duvel drinken!
Steven:   Goed idee, dat ga ik meteen doen, Schol!


Verder wil ik iedereen bedanken die mij de afgelopen maanden gevolgd heeft. Met meer dan 5000 blog-bezoekers (met welliswaar waarschijnlijk 3000 hits van mijn ma, maar kom...) kan ik spreken van een geslaagd project. Ook de vriendjes, vriendinnekes en de familie met hun mailtjes. En vooral mijn ouders, die mij altijd gesteund hebben. Ook nog een vermelding en een bedankje aan al de toffe mensen die ik afgelopen 9 maanden heb leren kennen, maar die kunnen waarschijnlijk geen Nederland lezen.
en nog ene van de Dalai Lama, om het af te leren...


Ten slotte wil ik voor de geinteresseerden nog mijn lees top-10 van afgelopen 9 maanden meedelen.

1: the kite runner - khaled hosseini
2: emergency sex and other desperatate measurements - Kenneth Cain, Heidi Postlewait, Andrew Thomson
3: A river of time - Jon Swain
4: Holy Cow - Sarah Macdonald
5: A fortune teller told me - Tiziano Terzani
6: the alchemist - Coelho
7: how to be good - Nick Hornby
8: high fidelity - Nick Hornby
9: welcome to hell - Colin Martin
10: de hemel van Hollywood - Leon de Winter

de groeten, en tot op mijn volgende avontuur!

dinsdag 1 november 2011

Varanassi - Kolkatta - Bangkok - Phuket - Kho Phi Phi - Kho Lanta



Hallo,

Ik zat dus nog steeds in Varanassi. Ik vulde mijn dagen met tabla spelen, langs de Ganges wandelen en 's avonds een pint (of 2) drinken. Na 3 dagen besloot ik om met de tabla-lessen te stoppen. Om het instrument iets of wat onder controle te krijgen heb je al rap 3 weken nodig, en die tijd had ik niet. Bovendien wilde ik ook nog wat andere dingen bezichtigen, en met tabla lessen elke middag, was een daguitstap maken onmogelijk geworden. Maar het was sowieso een leuke kennismaking met het instrument.
Op een dag was ik weer langs de Ganges aan het wandelen. Een plaats waar je je ogen serieus de kost kunt geven. Badende mensen, koeien, marktjes, vrouwen in kleurrijke saries, hindoe tempels en niet te vergeten de 'ghat's' waar de gestorven hindoes verbrand worden. Het is precies een andere planeet. Zo was ik dus weer aan het wandelen langs de rivier, meer noordwaarts dan dat ik ooit al gewandeld was, en in de verte zag ik een opnieuw zo een brandplaats, de oudste van de stad. De omgeving straalde iets speciaals uit. Normaal is het verboden om foto's van deze brandplaatsen te trekken, maar ik was alleen, en nog zo een 100 meter van het spectakel verwijderd. Ik zou er toch niemand mee storen... Maar dat was een verkeerde inschatting... Een Indier had me gezien en kwam op me afgelopen. Het was de opzichter van de brandplaats. Hij vertelde me dat ik in grote problemen zat. Op het trekken van foto's van deze heilige plaats staan strenge straffen; grote geldboetes en zelfs gevangenis. Ik moest even slikken, maar bleef rustig. Ik stelde voor om mijn foto's te wissen en ik hield vol dat ik van niks wist. Ik moest van de man mee naar het politiecommisariaat, maar zo ver wilde ik het niet laten komen. Ik begon al te denken om mijn portefuille boven te halen en me uit deze situatie te kopen. Bovendien vertelde de man dat mijn daad heel slecht was voor mijn karma. De familie die ik gestoord had, zou me vervloeken en geesten van de pas overledenen zouden mij komen ambeteren. Dju, daar had ik ook al niet aan gedacht. Ik moest van de man mee naar een familie tijdens hun brandritueel, om een oplossing voor het probleem te vinden. Zij hadden duidelijk iets anders aan hun hoofd, ze stemden in dat ik een offer bracht aan de armen. Er zijn immers heel wat mensen die geen geld hebben voor het stookhout, dus met mijn geld wordt er hout gekocht voor de brandstapels. Ik volg de man naar een gebouw. Daar zit een oud vrouwtje in de hoek. Ik geef haar 500 roepies (ik had niks kleiner), of bijna 9 euro. Het vrouwtje bekijkt het biljet aandachtig van dicht bij. Ik denk niet dat ze ooit zo een groot bankbriefje gezien heeft. En dan valt hare frank en is ze heel blij. Ze bedankt me uitvoerig. Ik moet me knielen en ze zegent me. Het blijft een vreemde gedachte, ik heb een oud vrouwtje financieel gesteund zodat ze later goed kan branden. Hopelijk fikt mijn hout goed...
shoppende Indische vrouwen
een Sadhu in het oranje

ganges taferelen
 

de foto die mij 50 kg hout kostte
Op een andere dag ben ik Hindoe tempels gaan bezoeken. Die had ik tot nu toe nog niet echt bezocht. Hindoeisme is een interessante godsdienst. Met de leuze: 'alles mag en alles kan'. Je hebt ontelbare goden die je kan vereren. De voornaamste 3 zijn Brahma, Vishnu en Shiva. Hoe je ze vereert kan je ook zelf kiezen. Bidden, offeren, op bedevaart gaan, je kiest maar... Wanneer je bijvoorbeeld wat financieele problemen hebt, dan kan je beginnen met het verheerlijken van de god Lakhsmi, of wanneer je vrouw niet zwanger geraakt, dan is de godin Parvati een goede optie. Zo heb je duizenden goden waar je uit kan kiezen. Of dan heb je nog de Sadhoes. Dit zijn hindoestische asceten, die hun leven wijden aan spirituele bevrijding. Wanneer die mannen in Belgie zouden rondlopen werden ze in een instelling gestoken. Sommigen lopen naakt rond, of hebben hun lichaam met assen ingevreven. Ze hebben dikwijls een lange baard en lange haren en leven in ahrams, waar ze mediteren of de ganse dag cannabis roken.

Een andere dag ben ik naar Sarnath getrokken. Sarnath staat bekend als de eerste plaats waar de Boeddha gepredikt heeft. Een grote ruine van een stupa markeert de plek. Verder heb ik ook een Jainistische tempel bezocht. Het Jainisme is de voorloper van het Boedhisme. Het is 1 van de kleinere wereldreligies met ongeveer 9 miljoen aanhangers. En die mannen zijn pas echt straf. Je hebt zo een 2500 devote volgelingen, de goeroes, en zo'n 5000 nonnen. De goeroes slapen op stro, wassen zich nooit, hebben lange baarden en haren en zijn seksueel niet actief. Ze hebben geen bezittingen en lopen altijd naakt rond. De moslims vinden dat niet zo tof dat ze naakt rondlopen. Daarom hebben ze bodyguards nodig... Ge moet er iets voor over hebben...
een Sadhoe

manueel grasmaaien is blijkbaar een vrouwenjob

Sarnath met zijn Boedhistische ruines (stoepa links) en rechts een gele Jainistische tempel

de Shiva-tempel in Varanassi

kom ik daar toevallig een bediende van mijn guesthouse tegen
Vanuit Varanassi heb ik de nachttrein richting Kolkatta genomen en van daaruit rechtstreeks naar de luchthaven. Enkele uren later landde ik in Bangkok. Vanuit het raampje van de vlieger kon ik duidelijk zien dat half Thailand blank staat. Niet te overzien, een grote ramp.
In Bangkok viel het allemaal nog behoorlijk mee. En ik sliep op het 2de verdiep, dus dat zat wel snor. Ik ben eens naar de rivier gewandeld. Die stond serieus hoog (of wat had je gedacht) en de zandzakjes lagen al klaar. Tot zover Bangkok, voor mijn laatste 3 weken van mijn reis wou ik rust, goed eten, en paradijslijke eilanden. Dus Steven richting Zuid-Thailand. Eerst nog een tussenstop gemaakt in Phuket, waar ik mijn neef Stijn ontmoette. Phuket is heel toeristisch, behoorlijk prijzig. Maar ik heb me er goed geamuseerd. Goed wat pinten gedronken, en ik heb Krc Genk zich voor heel Thailand zien belachelijk maken tegen Chelsea. We waren naar een grote hal gegaan waar overal kleine bars bij elkaar gegroepeerd zijn. Ook overal palen en paaldanseressen. Maar ik was meer gefocust op de voetbal, die daar op 50 schermen vertoond werd. Na 15 minuten was het al drie nul voor Chelsea. Nu was ik al wat meer geinteresseerd in wat er allemaal rond mij afspeelde. Tjonge jonge.... Maar goed, ik ben in totaal 4 dagen in Phuket gebleven en dan met de boot richting Kho Phi Phi. Kho Phi Phi is bekend van de film 'the beach' met Leonardo Di Caprio. Allemaal heel schoon, maar veel te toeristisch. Overal zatte Engelsen en Australiers die biertorens van 5 liter zitten te drinken. En veel te druk, dus ik naar de andere kant van het eiland. Daar heb je nog van die kleine bungalows op het strand, enkel elekriciteit 's nachts en verlaten droomstranden en oerwoud. Het was daar fijn vertoeven. Boekje lezen, snorkelen,  het heet krijgen, gaan zwemmen... en terug van voor af aan. Na 3 dagen Kho Phi Phi had ik het wel gezien en nam ik de boot richting Crabi. Crabi is crap. Ik hield niet van die plaats en dus de volgende dag vertrokken naar Kho Lanta. Opnieuw een eiland maar minder bekend. Kho Lanta bevalt me super. Ik zit hier nu al een week. Het is goedkoper, minder toeristisch, en heel relaxed. Je hebt ook een nationaal park op het eiland en prachtige witte stranden. Het is hier laagseizoen en je wordt hier als god behandeld in de strandbars, want er zijn haast geen klanten. Zo is er een strandbar waar ik elke avond inktvis van op de barbeque krijg. Gratis en voor niks. Elke avond wanneer het donker wordt gaan ze met de kano het water op om de netten van de vissers te plunderen. En iedere avond gratis eten. De beste inktvis die ik ooit gegeten heb. Ik ben ook eens een keertje mee het water opgegaan, maar we hebben maar 1 inktvis kunnen vangen.
de rivier in Bangkok staat op overlopen
Kho Phi Phi

Kho Lanta

voetballen op het strant
 

Over 10 dagen is het zover. Terug naar Belgie. Ik weet niet of ik blij moet zijn of niet...
Ik ga hier nog een week op Kho Lanta blijven en dan naar Bangkok.

Groeten

Steven

maandag 10 oktober 2011

Shrinagar - Jammu - Dharamsala - Amritsar - Varanassi


Dag allemaal,

Waar was ik ook alweer gebleven? In Shrinagar geloof ik. Samen met Jammu, 1 van de 2 hoofsteden van Kashmir. In Shrinagar heb ik eigenlijk niet zo heel veel gedaan. Ik heb er vooral geluierd op mijn woonboot, een prachtexemplaar. Ik heb er boeken gelezen, een keer naar de markt gewandeld om mij een koude schotel bij elkaar te kopen. Brood was moeilijk te vinden (en mayonaise ook). Ik heb  zelfs mijn mayonaisezoektocht moeten staken. Alles is hier nog steeds Moslim, wat resulteert in een groot vleesaanbod. Het is hier moeilijker om vegetarisch te eten. 1 morgen heb ik me met de boot naar de drijvende markt laten varen. Niet dat ik daar veel zin in had, maar ik heb mij voor de zoveelste keer laten overhalen door een vriendelijke bootsman. Om 4 uur uit mijn nest, en door de koude 2 uur varen naar de markt. Op zich niks speciaals. Boeren en kooplui komen vanuit naburige dorpen afgevaren, om hun koopwaar aan de handelaars van Shrinagar te verkopen. Al de handelstransacties gebeuren op het water. Een aantal gehaaide verkopers proberen mij veel te dure thee en safraan te verkopen. Maar met weinig succes.
De ochtendmarkt
 

De eigenaar en de oppas van de boot zijn zeer aardig. Het lijkt erop alsof ik zelfs een persoonlijke slaaf ter beschikking heb. Elke keer ik hem tegenkom vraagt hij of alles in orde is. En als ik al eens iets tekort heb, dan zorgt hij er wel voor. Iedere avond komt hij een praatje met me maken en vertelt hij van zijn avonturen op de boot. Van de Hindoes die niet weten hoe ze een zit-wc moeten gebruiken, tot de problemen in en rond Kashmir i.v.m. Pakistan. Ik kom tot de vaststelling dat de Hindoes eigenlijk niet veel van de Moslims moeten hebben, en de Moslims niet veel van de Hindoes. En roddelen over de buren is blijkbaar een universeel gegeven. De volgende dag wordt er een grote groep Indiers verwacht. 200 man in totaal. Ik moet mijn huisboot verlaten, maar mag in het huis van de eigenaar verblijven. Mooie oplossing. Om 2 uur s’nachts komt de bende Indiers aan, en om 7 u ’s morgens verlaten ze hun boten alweer. Wat moeten ze genoten hebben van de mooie natuur en omgeving. En waarschijnlijk hebben ze volle pot betaald. 
mijn persoonlijke woonboot
 Ik verlaat Shrinagar want ik moet me beginnen haasten voor mijn meditatiecursus in Dharamsala. Ook wil ik de voetbal (Genk – Valencia) voor geen geld missen. De voetbal is zowat hetgene ik het meest mis uit Belgie, maar dat even ter zijde. Ik sta om 6 u op, neem een tuc tuc tot in het centrum van Shrinagar. Een gedeelde taxi blijkt haast even goedkoop te zijn als en bus, en waarschijnlijk stukken snellen, dus doen we dat dan maar. De chauffeur rijdt gelijk een dwaas. Inhalen, toeterend en slalommend tussen de auto’s. Onderweg zie je dode koeien langs de weg liggen. Waarschijnlijk een klap ontvangen van auto’s of vrachtwagens. De koeien hebben het hier hard te verduren. Koeien worden in India als heilig beschouwd. Rundsvlees wordt hier dan ook niet gegeten. Maar wanneer een koe geen melk meer geeft, worden ze gewoon op straat gedumpt. Bij gevolg, overal lopen hier koeien rond op straat. Op veel plaatsen is het heel droog, en groeit er haast geen gras. De koeien staan dan ook dikwijls op hopen vuilnis te ‘grazen’. Dikwijls komt het voor, dat een stuk plastiek in hun maag blijft zitten en de koe sterft een pijnlijke dood. ’s Avonds bereik ik Jammu, weer zo een typische smerige Indische stad, vol met bedelaars, en een plaats waar de vuilbak nog niet uitgevonden is. Tijdens een wandeling door de stad kom ik een walnotenwinkel tegen. De prijzen varieren tussen 1 euro en 3 euro per kilo. Maar eigenlijk zien al de noten er even lekker uit, voor zover je dat van een notenschil kan zeggen. Natuurlijk willen ze mij de duurste walnoten verkopen. Maar daar trapt Steven niet in. Na lang palaveren en me toch proberen overhalen om voor de duurdere noten te gaan, gaat Steven met een kilo goedkope walnoten naar huis. Een probleem, ik krijg ze niet open, en als ik er al eens 1 open krijg, dan heb ik notenspijs. Ik heb vandaag weer iets bijgeleerd, namelijk: koop nooit de goedkoopste noten.De guesthouses en hotels zijn hier behoorlijk duur. Maar ik vind gelukkig toch nog iets voor 3,5 euro per nacht. Het is 1 van de smerigste plaatsen waar ik het afgelopen jaar gelogeerd heb. Een badkamer die al in maanden niet meer gepoest is en die je zonder slippers aan je voeten niet durft betreden. Een paradijs voor de kakkerlakken. Geen gordijnen voor mijn raam, dekens en zo ook niet. Maar goed, ik ben moe van de lange rit, steek mijn oorstoppen in, en ik droom van een hemelbed en van een hatrick van Jelle Vossen. 
een bedelaar op zijn skateboard
De volgende dag reis ik met de bus tot Dharamsala. Dharamsala ligt op de grens van de Himalaya. Iets buiten Dharamsala, de bergen in, ligt Mc Loid Ganch, de verblijfplaats van de uit Tibet verbannen Dalai Lama. De polulatie van Mc Loid bestaat uit haast 100 procent Tibetanen. De meeste zijn vluchtelingen. Eigenlijk is het schandalig wat de Chinees met de Tibetanen heeft geflikt. Ze hebben in de jaren 50 Tibet opgeeist en de volledige Tibetaanse regering is naar India moeten vluchten. En daar zitten ze nu, in de bergen. Ikzelf moet in Dharamkot zijn, nog ietsje verder dan Mc Loid, de bergen in. Dharamsala heeft iets weg van een Israelische enclave. Maar de aanwezigheid van de Israeliers heeft ook zo zijn voordelen. Overal waar je Israeliers tegenkomt is het goedkoop, zo ook in Dharamkot. Voor 2 euro heb je hier goed gegeten, en je kan hier de volledige wereldkeuken krijgen, van Israelisch, Thais, Italiaans tot Indisch. Het deed deugd om nog eens een degelijke lasagne binnen te spelen. Je merkt haast niet dat je in India zit. Het is hier opmerkelijk kouder dan de rest van India, en er is geen plaats in India waar het zo veel regent als hier (waarschijnlijk hebben ze daarom die Tibetanen hier maar neergepoot).
Maar ik ben hier, voor de tiendaagse Vipassana meditatiecursus. Vipassana betekent inzicht, en in 10 dagen onderga je als het ware een operatie van aan de binnenkant. Het is een meditatievorm, los van elke religie en dogma’s, die 25 eeuwen geleden door Gotama Buddha is uitgevonden. De cursus is volledig gratis, hun inkomsten bestaan volledig door donaties. Dus wanneer het flauwe kul was, zou het al lang niet meer bestaan, denk ik dan.  Gedurende de cursus leef je als een monnik, 10 dagen zwijgen, 10 uur meditatie per dag (met gesloten ogen), niet praten en geen gebruik van drugs en toestanden en geen sexuele activiteiten. Het is vreemd, zo 10 dagen niet mogen praten, maar het went snel. Het is zelfs fijn om niet de gebruikelijke small talk te moeten voeren met de mede-meditators. Tijdens de pauzes, wanneer iedereen buiten op de binnenplaats staat te ijsberen, lijkt het wel alsof ik in een psychiatrische instelling beland ben, en meer bepaald op de afdeling voor de authisten. Het is trouwens een mooie omgeving. Met lijkt hier wel op de Ardennen, met al de naaldbomen en bergen. Met enig verschil dat hier apen in de bomen zitten. De apen negeren ons compleet, zij beschouwen ons precies ook als authisten. De eerste 3 dagen wordt de focus gelegd op fixatie op de ademhaling. Dit om rustig en geconcentreerd te worden. Mijn gedachten zijn alles behalve rustig en geconcentreerd. In plaats van me op mijn bovenlip en mijn neusgaten te concentreren geraak ik constant afgeleid, en zie ik in mijn gedachten KRC Genk de champions league winnen, waarbij tijdens de finale FC Barcelona belachelijk gemaakt wordt. Verder denk ik ook aan al alle mooie vrouwen die ik ken of gekend heb en eet ik denkbeeldige fritten met samurai van frituur Fonske. Ook een pizza del orto passeert mijn (denkbeeldige) telloor. Maar na een aantal dagen worden mijn gedachten toch rustiger en kan ik me beter concentreren. De 4de dag starten we met de eigenlijke vipassana meditatietechniek. Vanaf nu mag je per dag gedurende 3 meditatiesessies van 1 uur ook niet meer bewegen. Nu moet je je focussen op de prikkels die je over je lichaam voelt. Doordat je gedurende de eerste 3 dagen jezelf zo goed hebt leren focussen wordt je nieuwe prikkels gewaar, waar je jezelf als mens niet van bewust bent. De prikkels komen en gaan. Jeuk, warmte, tintelingen.... Alleszins, het is iets speciaals. Er komen dingen naar boven die normaal gezien in het onderbewuste blijven zitten. Iedere avond krijgen we een video te zien van Goenkha, de man die de Vipasana meditatietechniek vanuit Myanmar terug naar India teruggehaald heeft. Het is allemaal heel interessant wat hij te vertellen heeft,  pure wijsheid. Ik kan hem op geen flauwe zever betrappen. Ik raad iedereen aan om eens een vipassana 10-daagse te volgen. Baat het niet, dan schaadt het niet. Voor meer info; www.dhamma.org .
Het meditatiecentrum
Ondertussen zit ik hier nog steeds met mijn kilo walnoten waar ik niks mee kan doen. Tijdens de middagpauzes is mijn favoriete activiteit de apen observeren. Ik besluit mijn noten dan maar aan de apen cadeau te doen. Ook gewoon uit benieuwdheid of ze de noten open krijgen. Dit was geen goed idee. 2 minuten nadat ik de noten nabij de centrale koer gedropt had, had een eerste aap de noten al ontdekt. Wat volgde was een ware apenvolkstoeloop en een massale apen vecht- en braspartij. Gevolg; alle authisten kwamen tot leven en ze moesten allemaal zien wat er gaande was. Het management van het vipassanacentrum had lucht gekregen van de apenonrust en enkele medewerkers van de keuken werd erop uit gestuurd om de apen met stenen te bekogelen, om zo de apen weg te jagen en de vrede in het meditatiecentrum te herstellen. De opzet lukte. Maar de volgende dag, rond hetzelfde tijdstip, leek het wel of alle apen van de hele provincie naar het meditatiecentrum was afgezakt om noten in ontvangst te nemen. Maar ze werden weer vakkundig gestenigd. Ik denk dat het goede walnoten waren...

Na 10 dagen werd ik vrijgelaten. Dat voelde goed. Toen ik naar Dharamkot wandelde leek het wel of alles mooier was, dan ervoor. De kleuren, de bergen, de geuren, de geluiden. Een heel vreemde ervaring. Na de cursus ben ik nog een week in Dharamkot blijven plakken. Ik verbleef er samen met een toffe Ier van de meditatiecursus is een Ashram, een plaats waar een aantal vrouwen zich met joga, osha-meditatie, astrologie en andere begaaide toestanden bezighielden. Ook liep er een guru rond, zo ene met een lange baard, die de ganse dag niets anders deed dan cannabis roken. De ashram beviel me wel, 1,5 euro per nacht, op een heel mooie locatie. Ondertussen heb ik ook opgevangen dat de Dalai Lama 4 dagen lezingen komt geven in Mc Loid Ganch, ietsje verder op. Dus besluiten de Ier en ik eens een kijkje te gaan nemen naar His Holyness. Het is middag. Na zware toegangscontrole geraken we binnen. Terwijl de Ier een gratis maaltijd heeft kunnen bemachtigen wordt mijn aandacht gevestigd op geroesemoes. Er moet iets gaande zijn. Ik kijk over de omheining. De Dalai Lama komt net aangereden. Overal in de buurt zitten kaalgeschoren monikken, compleet van de wereld, bij het zien van hun geestelijke leider. Zo een blinde devotie heb ik nog nooit gezien. Het gedrag van de monikken leek wel op dat van de apen in het meditatiecentrum, bij het zien van gevaar. Allemaal op hun knieen, handjes mooi bij elkaar voor hun neus, en opgewonden heen en weer bewegend, volledig gefixeerd op de Dalai Lama. Ik was er eigenlijk niet goed van. Voor de rest had de Dalai Lama, 2 armen, een hoofd met een neus ogen en mond. Hij is wel een beetje kalend. His Holyness zette zich in kleermakerszit op zijn troon en begon met zijn uiteenzetting. Na 10 minuten zijn we vertrokken, ons Tibetaans is niet je-dat, en een radio-ontvanger om de tolk bezig te horen hadden we niet. Jammer.
een gelovige Boedhist draait aan een gebedswiel bij een tempel
De volgende halte is Amritsar. Amritsar is de hoofdstad van de Sikh. Je weet wel, de fruitplukkende vrienden uit Haspengauw. Amritsar is ook de plaats waar de Golden Temple staat, HET heiligdom van het Sikhisme, vergelijkbaar met het Vaticaan voor de Rooms Katholieken. Het is weer aanpassen aan de temperatuur, die weer vlot de 30 graden passeert. We bereiken Amritsar. Ik reis samen met Ricky de Ier, Karolina, een Poolse die we op het busstation ontmoet hebben, en nog een Canadees. Van aan het busstation van Amritsar nemen we onmiddellijk de tuc tuc naar de Golden Temple. In 1 van zijn gebouwen kan je immers als buitenlander gratis voor 3 dagen verblijven. Ideaal, ik heb er zin in, en Amritsar bevalt me... Eten krijgen we ook gratis. Een grootkeuken voorziet iederen dag, 24 op 24, duizenden mensen van eten. Ik heb het voor die toffe Sikh. En het eten is best wel goed. Meestal chapatti, een soort van gebakken deeg, met dal, een vegetarisch sausje. Verder nog kir, een rijstpapje met cardemon en andere lekkere kruiden en soms reist en een gele curry. Echt lekker voor een grootkeuken. In en rond de gebouwen van de keuken kan ik uren blijven. Het is haast een fabriek. Van de bedeling van bestek en metalen borden, tot de organisatie van de eetzalen, bedeling van het voedsel, de inzameling van het vuil eetgerief, tot en met de afwas. Alles is zo gestroomlijnd georganiseerd, een geoliede machine. En haast het hele fabriek werkt op vrijwillige basis. De hele Sikhgemeenschap helpt mee. Wanneer ze wat vrije tijd hebben, gaan ze een namiddagje patatten schillen of de afwas doen. Respect voor de Sikh! En ik heb er 3 dagen goed verbleven en goed gegeten. Ik voel me haast moreel verplicht om de volgende keer wanneer ik in Haspengauw een Sikh peren of aardbeien zie plukken, om heb een handje te gaan helpen. Ik weet niet of gratis eten en verblijf er iets mee te maken hebben, maar wanneer ik rond de tempels wandel, dan voel ik iets in de atmosfeer. Er hangt iets ‘goeds’ in de lucht. Iedere dag ging ik dan ook een wandelingetje maken rond het water van de tempels. Het water wordt ook als heilig aanschouwd. Wanneer je je wast in het water (de vijvers worden “pools of nectar” genoemd) zijn al je zonden vergeven en vergeten. Je ziet er dan ook constant Sikh een bad nemen. . Ik kreeg al zin om er enkele baantjes te gaan trekken. Verder zien de Sikh er ook boeiend uit, met hun lange baarden, hun omhoog gevouwen snorren, tulbanden en dolken. De vrouwen zijn steeds gekleurd in kleurrijke sari, een soort van drapperie van een meter of 6 -7, neusbellen, en andere sierraden rond polsen, voeten en tenen. En de mensen zijn zo vriendelijk.
Een gelovige Sikh

Golden Temple




De afwas
bedeling van de borden
de afwas deel 2
 

chiapatti, bruine dal, gele curry en witte kir
plezier in de eetzaal

een namiddagje patatten schillen
Een namiddag hebben we een uitstap naar Attari gemaakt, zo’n 25 km van Amritsar. Attari is een grenspost tussen India en Pakistan, 2 naties die al geruime tijd niet de beste vriendjes zijn. We gingen naar de grenspost om s’avonds naar de seremonie van het sluiten van de grens te kijken. En wat een tegenstelling, aan de Indische zijde waren duizenden mensen opgedaagd, aan de zijde van Pakistan, een man of honderd. En wat volgde was een staaltje van puur patriotisme en het jennen van de Pakistaanse buur. Een seremoniemeester zweepte het publiek op. Aan Pakistaanse zijde gebeurde hetzelfde, met luid awoert van aan Indische zijde tot gevolg. De seremonie was heel striks en de soldaten waren super gedrild. De soldaten van beide landen ontmoetten elkaar op de grens, schudden gedissiplineerd de hand en de grens werd gesloten. De vlaggen van beide naties werden omlaag gehaald en iedereen ging tevreden naar huis.
de zijde van India, met een soldaat met water in zijne kelder
 

het sluiten van de poort, en de zijde van Pakistan

het omlaag halen van de vlaggen
 

De volgende dag eet ik mij voor de laatste keer gratis vol in het eetfabriek en neem afscheid van Ricky de Ier, en van de andere medereizigers. Ik neem ook afscheid van Amritsar. Ik hou van deze plaats. Ik neem de gratis bus naar het station. Er staat me een treinrit van 22 uur voor de boeg richting Varanassi, 1 van ’s werelds oudste steeds bevolkte steden, en de heiligste stad voor de Hindoes. Hindoes komen naar hier om te sterven en op een brandstapel verbrand te worden op de oevers van de Ganges, de heilige rivier voor de Hindoes. Zo wordt de kring van wedergeboorte (de Hindoe gelooft in reincarnatie) doorbroken. 


de oever van de Ganges
deel 2

een Hindoe tempel aan de oever
 Varanassi is weer zo een smerige, drukke stad, met meer dan 1 miljoen inwoners. Het leuke aan de stad is, dat de straten in het oude stadsgedeelte zo smal zijn, dat er geen auto’s of tuc tuc’s door kunnen. Geen getoeter dus, en dat scheelt een slok op een borrel. Maar Oo zo smerig, overal koeien, geiten, uitwerpselen, afval en schurftige honden. Wanneer ze een keer grote poets zouden houden in Varanassi, zou het zo een mooie stad zijn.
In mijn guesthouse ontmoet ik een Israelier, een drumleraar en percusionist, die hier 2 maanden verblijft om zich toe te spitsen op de tabula, een Indisch slaginstument. Ik beslis om de volgende dag met hem mee naar de muziekashram te gaan, om ook les te volgen in dit instument. Het valt me niet mee. Mijn badmintonpolsen willen niet mee, maar het is een interessant instument. Iedere week zijn er 2 muziekoptredens in het ashram, en ik beslis om ’s avonds eentje mee te pikken. Muzikanten op tabla, sitar, en een vreemde gitaar geven er het beste van hunzelf. Ze voeren een klassieke Indische ragga's uit. Zo van die zweverige psychedelische muziek. Straffe kost.

Zodus loop ik iedere morgen langs de oevers van de Ganges richting de muziekashram, voor mijn les tabula. Op de oevers van de ganges is ook van alles te beleven. Van de hindoes die een heilig bad komen pakken, de was doen, spelende kinderen tot de verbrandingen van de doden. Een vreemd en best wel luguber fenomeen, die verbranding van de doden. Vooral wanneer ze per ongeluk, de brandstapel waarop ze de doden leggen, een beetje te kort maken, met gevolg dat je de voeten langzaam ziet wegsmeulen. Op een namiddag zat ik daar naar de brandstapels te kijken, en een hindoe kwam naast me zitten en legde me het hele ritueel uit. Wanneer iemand sterft, wordt hij 6 a 7 uur later al opgestookt. Door het branden wordt het lichaam gereinigd en kan de ziel ontsnappen. Vrouwen zie je niet op de plechtigheden. Wenen is verboden, omdat dat slecht is voor de ziel die uit het lichaam ontsnapt, daarom enkel mannen.  De assen worden vervolgens in de ganges gekapt. Zwangere vrouwen, baby’s, Sadhu’s (een soort van priesters die hun hele leven ten dienste van het Hindoeisme wijden), melaatsen en mensen gestorven aan een slangenbeet hoeven niet verbrand te worden, omdat ze al rein en puur zijn. Deze lichamen worden samen met een steen in de ganges gedumpt. De ganges is eigenlijk een smerige open riool. In Belgie ligt de grens voor goed badwater op 150 faecale bacterien per liter. De ganges bevat 3000 keer meer van zulke bacterien! En die hindoes maar lekker in het water plonzen, en hun kleren wassen ze er ook in. En bij herdenkings-seremonies drinken ze zelfs van het water. Schol!

brandstapels in de verte
de vliegeraars

Een badplaats aan de ganges
 

Momenteel zit ik nog steeds in Varanassi. Ik ben hier nu 3 dagen, en blijf er hier nog 5. Daarna neem ik de trein naar Kolkatta, waar ik zaterdag het vliegtuig naar Bangkok pak. Dan heb ik nog een 4-tal weken om me terug aan te passen aan het leven in Belgie, want 10 november kom ik terug in Belgie aan. Thailand lijkt me de geschikte plek om mijn reis af te sluiten. Een beetje meer rust dan India, geen smeerlapperij... Ik kijk al uit naar het lekkere eten, en misschien nog eens een duikpartij...

Groeten

Steven